Interview muziekdocent Freddy deel 4

Interview muziekdocent Freddie deel 4: De rechtszaak en vrijspraak met lege handen

De rechtszaak zelf, hoe hebt u dat ervaren? Hoelang duurde de zitting, was er 1 rechter of waren er meer rechters?

Er waren drie rechters en 1 griffier. En dan heb je de officier van justitie, dat is de aanklager. Van tevoren zei ik tegen mijn advocaat: ‘Ik ga letterlijk zeggen wat er gebeurd is, op een manier zodat het waterdicht is.’ Ik heb foto’s gestuurd van voor het incident, van hoe het in mijn klas normaal ging. Klassen die daar waren, de hele context. Want het verhaal van dat meisje klopte voor geen meter.

Het eerste wat ik bij het verhoor hoorde is dat ze gezegd had: “We moesten in een kring gaan zitten”. Ik heb nog nooit in mijn hele leven in een kring gezeten. Dat is 1. Daar staan altijd vijf rijen met tafeltjes. Ik zei dat ik wel een lijstje kon sturen met mensen die dat konden beamen. Conciërges konden dat beamen, mensen die na mij lesgaven konden dat beamen. Er is zelfs een tijd geweest dat de conciërge naast mijn lokaal zat. Daar had ik foto’s en films van. Dat was onderdeel van het programma van de Daltonschool. 

Toen ik dat in de rechtszaal zei, merkte ik al dat rechters begonnen te fronsen van ‘hoe kan dat meisje dat dan beweren?’. Ik had mijn verhaal klaar, en zei ook nog dat ik wel veertig andere klassen had die dat konden beamen hoe mijn klas werkte. Ze kregen allemaal een handje en gingen dan achter hun tafeltjes zitten. Dat was altijd hetzelfde.  

Dat meisje zat waarschijnlijk niet goed te luisteren en was zelf toen met haar kruk op een andere plek gaan zitten. Ik weet toch niet dat iemand plotseling achter mij is gaan zitten? Dus die stoot ik aan. Omdat zij daar zat. Daar zit normaal niemand. Dat is de reden dat dit gebeurd is.

Voor een rechtszitting is wel een vast omschreven protocol. Er is een voorzitter van de rechters, die stelt iedereen voor en vraagt dan aan u of u degene bent die gedaagd is. En daarna begint de zitting zelf. Hebt u die zitting zelf wel als iets positiefs ervaren?

Ja, in die zin, ik kon mijn verhaal vertellen en dat was waterdicht. De rechter zei iets van: oh, dat zijn de foto’s van je lokaal he? Ik zei: precies, ik kan je nog wel een heel lijstje sturen hoe dat er elke dag uitziet. Daar was geen speld meer tussen te krijgen. Dat wisten zij ook wel. 

Ik heb daarna maar 1 keer gereageerd. Op een moment dat het officieel niet mocht. De officier van justitie begon van: ‘Ja, en toen gingen ze in een kring zitten.’ Ik zei: “In een kring zitten?” Ik heb nog nooit in een kring gezeten!” Toen zei mijn advocaat: “Stil, stil, je mag nu niks zeggen.” Maar ik deed dat doelbewust. Ik wist: ik ga nu precies daar die angel eruit trekken. Dat dat meisje dingen zegt die niet kunnen. Daar ging het mij om.

Dus zij is niet bij de rechtszaak geweest, haar vader niet, die vriendin niet. Ook niet een slachtofferadvocaat namens hen?

Nee. De officier van justitie die de hele zaak had voorbereid, werd een week van tevoren vervangen door een andere officier van justitie die helemaal niets van de zaak afwist. Die las letterlijk de dingen vanaf zijn papiertje af. Dat het bijna lachwekkend werd. Ik dacht ‘wat sta jij hier te schutteren?’ Het was gewoon een afgang.

Nu komt de hamvraag: U had zich anderhalf jaar afgevraagd: wat voor extra bewijs heeft de officier van justitie dan? Wat was dat?

Niks. Hij las gewoon letterlijk op wat ik al maanden wist. Niks. Hij kwam met niks. Hij begon een beetje te stotteren. Toen hij het voorlas merkte je aan hem dat hij voelde: wat ik hier vertel slaat helemaal nergens op, ik sta gewoon voor lul. Dat voelde ik een beetje, weet je wel?

Het openbaar ministerie moet wel met redenen aangeven waarom ze denken dat de beschuldiging waar is.

Geen enkele reden. Ze hebben niet goed geluisterd. 

Ik heb weleens een strafrechtadvocaat horen zeggen: “politierechters krijgen misschien een week van tevoren dat dossier en bekijken dat in het slechtste geval pas de avond voor de zitting”. Omdat hun roosters zo vol zitten dat ze er eerder niet aan toe komen.

Dat zijn de rechters, die kunnen daar niet veel aan doen. Maar de fouten liggen bij het Openbaar Ministerie. Die hebben een zaak doorgezet die kant noch wal raakte. Daarnaast stond er gewoon in de verhoren: op de vraag ‘Heeft iemand het nog meegekregen in de klas?’ Het antwoord was dat verder niemand het heeft meegekregen. De hele essentie is dat je iemands leven helemaal kapot maakt zonder dat je enige vorm van bewijs hebt. Dat je het lef hebt om dat te doen. Je zou haast willen dat je zo iemand voor de auto krijgt.

U bent vrijgesproken. Leidt dat ook tot opluchting?

Wat denk je zelf?

Nou, zoals het klinkt, het is nu al jaren geleden, bent u nog steeds ontzettend kwaad.

Nee, dat lijkt zo. Ik denk er vaak niet eens meer aan. Het hangt af van de persoon met wie je spreekt. Na afloop dacht ik, ik kan twee dingen doen, ik kan me er helemaal in begraven of ik kan vechten en ga vooruit. Ik had die deal met de school, dus een inkomen waar ik op terug kon vallen en had daarom het gevoel ‘ik moet maar weer vooruit gaan kijken en er wat van proberen te maken.’

Die advocaten, die zijn toch niet gratis? Moest u die ook gewoon zelf betalen?

Nee, maar dat heb ik toen ook tegen de school gezegd: jullie willen een vaststellingsovereenkomst. Jullie willen van mij af. Daar moet ik een advocaat voor nemen. Dat ga ik niet betalen. Op het moment dat ik bij jullie weg ben zijn alle kosten voor mij. Ik zei: “Dat gaan we niet doen.” Daar wilden ze wel in meegaan. Ze hebben een groot deel van de advocatenkosten betaald. Uiteindelijk ben ik vrijgesproken en kreeg ik alle advocatenkosten terug.

Die advocatenkosten kreeg u terug van school?

Nee, van de overheid. Daar wist ik van tevoren niks van. Als je kosten maakt en wordt vrijgesproken, worden alle advocaatkosten vergoed door de overheid.

Per direct?

Nee, daar moet je een paar formulieren voor invullen. Maar dat is een formaliteit die de advocaat voor je regelt. Het is gewoon: ik ben vrijgesproken, ik heb niks misdaan, jullie hebben mij ermee opgezadeld dat ik een advocaat in moest huren. 

Had u na de vrijspraak toch niet verwijtende gevoelens naar de school of de politie?

Nou, verwijten in de zin van wat een ongelooflijke miskleunen er zijn gemaakt, zowel door de school als het rechtssysteem. Iedereen heeft gefaald. Behalve ik. Ik ben letterlijk het slachtoffer van de slechte procedures van de school en de slechte procedures van het openbaar ministerie. Dat is een grote kakofonie van onzin.

U bent nog wel boos hoe het openbaar ministerie het allemaal heeft laten ontsporen…

Jaa, dat zeg ik, dat was de grootste miskleun van allemaal. Die mensen hebben geen wettig bewijs, maar permitteren het zich toch om iemand twee jaar lang voor niets thuis te laten zitten, weigeren te seponeren, het tot een rechtszitting te laten komen. 

Ik ben niet eens kwaad, ik denk waar zijn jullie mee bezig. Ik denk in het groot he? Het gaat niet alleen om mij, maar om heel veel mensen die op dezelfde manier in die molen terechtkomen. Mensen moeten verantwoordelijk gehouden worden voor de fouten die ze maken. Dat die officier van justitie zonder bewijs iemands leven kapot maakt. Dat die gewoon denkt, go, we laten je lekker gewoon twee jaar thuis zitten en we kijken wel wat er gebeurt bij die rechtszaak. Het lijkt meer op iets proberen en ‘lukt het niet, dan lukt het niet’.

Daar heb ik een statistiek over. In maart is er een artikel op nu.nl verschenen met het aantal aanrandingen en verkrachting in 2021 wat op zitting is gekomen bij een rechtbank of gerechtshof. Dat waren tot november ongeveer 1000 zaken. Daar zitten niet bij zaken over aangetroffen kinderporno, grooming en andersoortige zedenzaken. Alleen over vervolging van aanranding en verkrachting. In die 1000 zaken werd 20 % vrijgesproken.

Tachtig procent is wel veroordeeld?

Ja.

Ik hoorde juist hoeveel zaken op voorhand worden geseponeerd en hoeveel aangiftes niet eens worden opgenomen. Het percentage is zo klein waar ze wat mee gaan doen. Dat verbaasde mij.  Daarom zat ik met de vraag, hoe kan het dat ze van dat ongelooflijk lage percentage wat ze doorzetten mijn zaak is doorgezet, terwijl er geen bewijs is. Waarom? Wat zit daar achter?

Dat is precies mijn punt. Je zou normaal verwachten dat bij zo’n strenge voorselectie het niet moet kunnen dat alsnog 20 % in vrijspraak eindigt omdat het niet bewezen wordt geacht. Het zijn de beroepsmensen, officieren van justitie en de zedenpolitie, een gespecialiseerde afdeling van de politie. Die horen toch inzicht te hebben wat er minimaal aan bewijs nodig is om het te bewijzen en hebben ze dat niet, dan moeten ze die zaak op tijd seponeren.

Dat zou je denken. Maar ze doen maar wat. En dan heb je het nog niet over wat ze van tevoren al aan de kant schuiven. En bij die laatste vijf procent die ze wel behandelen, zitten ze daar ook. In mijn zaak werden nog zelfs verklaringen toegevoegd van anderen die zeiden: “Hij keek ook weleens naar mij”. Hoezo, hij keek ook weleens naar me? Dat zijn van die pubermeisjes die denken dat alles om hen draait. Dat was dan nog een argument wat ook nog meegenomen werd.

Dat heb ik gelijk getackeld, ik zei: “Joh, ik moet tussen kinderen door, ik moet naar die keyboards en een keer achter iemand langs en iets voordoen. Ja. Misschien heb ik in die dertig jaar een keer iemand bij de schouders aangetikt. Je zag die rechters al denken. Kun je nagaan, toen de uitspraak kwam. Daar ben ik zelf niet heen gegaan, ik bleef gewoon thuis.

Waarom ging U niet naar de uitspraak?

Dat vond ik te spannend. 

U was er niet gerust op dat het goed af zou lopen?

Dat nog niet zozeer. Ik heb wel gedachtes gehad dat als ze me zouden veroordelen dat ik niet voor mezelf in zou staan. Ik had dat ooit gehoord van iemand anders die beschuldigd werd dat ie iemand in een invalidewagen dood had gereden, die heeft toen voor het gerechtsgebouw gewacht. Hij had het niet gedaan. Die heeft ook anderhalf jaar thuis gezeten. En dacht ook, het zal toch niet zijn dat je dan toch voor doodslag wordt veroordeeld? Die ging niet mee naar binnen, ik dacht dat ga ik ook doen, ik ga gewoon mijn eigen ding doen. Dat moet ik niet hebben.

Wie wel naar de uitspraak zijn gegaan: mijn vrouw met twee vrienden van ons. Wat ik van hen te horen kreeg: die rechter begon met: “Ten eerste, voor ik verder ga, om u gerust te stellen: hij is vrijgesproken. Daar begin ik vast mee. Dan kunt u even ontspannen.”  

De rechter richtte zich echt tot mijn vrouw. Ik denk dat die rechter dacht van ‘dit slaat helemaal nergens op, dit hele proces’. En daarna stak hij de rest van zijn verhaal af ‘op grond van…’ en dat er geen enkel bewijs is. 

En daar zit jij dan.

Daar zit je dan, zit je twee jaar thuis, ben je je vaste baan kwijt. Zwaar in de stress. Kijk er zijn mannen die die periode niet doorkomen zeg maar. Die er een einde aan maken. Die trekken het niet, die vals beschuldigd worden van een zedendelict en denken ‘dit zal me toch niet gebeuren?’

Kijk het klinkt misschien lullig, maar als jij de gevangenis ingaat en je bent veroordeeld voor het aanranden van een meisje, dan heb je geen vrienden in de gevangenis. Maar als jij daar zegt dat je iemand hebt vermoord, dan gaan ze je niet pakken hoor. Snap je hoe die verhoudingen liggen? Als je een minderjarige hebt betast weegt zwaarder dan dat je iemand hebt vermoord. 

Ja, herkenbaar. Zolang ik kranten lees, en dat doe ik al van kindsaf aan, dus al zo’n vijftig jaar, lees je dat veroordeelden wegens zedendelicten in de gevangenis helemaal onderaan de ladder staan bij misdadigers en als het om een kind gaat dat je dan nog lager terecht komt.

En als ze weten dat je dat gedaan hebt word je ook nog belaagd door die misdadigers. Dan vallen ze je aan. Dus daardoor zijn er mannen die vals beschuldigd worden, met een bepaalde goede naam, bijvoorbeeld bij een goed bedrijf, die zo schrikken van dat angstbeeld, dat trekken ze niet.

Zijn er mensen in uw omgeving geweest die hebben gezegd: ‘Zeg gewoon dat je het hebt gedaan, dan ben je ervan af?’

Nee, die mensen niet. Dat waren alleen de politie en de officier van justitie. En een rechter ook. Die vroeg: “Was het nou niet net iets anders? Onder het mom van een geintje of zoiets?” Wat de rechter ook vroeg: wat vonden de leerlingen van u als docent? Ik dacht pardon, gaan ze het nou via een omweg proberen? Ik zag die al ver van tevoren aankomen. Dus ik zei: die vonden mij een leuke leraar en een aardige vent. Er is zelfs ooit een poll gedaan, van de 207 leraren stond ik op nummer 8. Dus ik denk dat ze me wel aardig vonden en mijn lessen wel leuk.

Zo’n rechtszaal is niet een kleine ruimte, toch?

Nee. Heel groot. 

Ik heb wel eens gehoord dat dit zo geconstrueerd is om te imponeren. Om afstand te houden tussen de vertegenwoordigers van de rechterlijke macht en de verdachte.

Nou, om je banger te maken he? Misschien ben je dan banger om niet de waarheid te spreken. Of dat je eerder overstag gaat als zij iets vragen. Ik weet het niet. Het slaat helemaal nergens op. Je kan ook met elkaar om tafel gaan zitten. Theoretisch. Is misschien wat overdreven, maar je snapt wat ik bedoel.  Die verhouding tussen jou als persoon en een rechter boeit mij voor geen meter. Het is voor mij gewoon een persoon. Die persoon gaat mij niet vertellen wat ik wel of niet heb gedaan.

Hoelang duurde de zitting?

Zeker anderhalf uur. Wat ik heel raar vond. Er zat de hele tijd een man, dat was een blogger, dat zei mijn advocaat. Het is een openbare zitting, dus die ging gewoon mee naar binnen. Ik dacht het zal toch niet gebeuren dat ik uiteindelijk veroordeeld word en die man daarover gaat bloggen. Met mijn naam erbij. Ik had de neiging te zeggen: als je over mij gaat bloggen met mijn naam erbij, dan krijg ik je, dat gaan we niet doen. Maar dat kan natuurlijk niet. 

U vertelde al dat u bij uw huisarts bent geweest. Voor vrouwen die echt slachtoffer zijn is er het Centrum voor Seksueel Geweld, er is Slachtofferhulp, ze krijgen een contactpersoon bij het openbaar ministerie, daar is van alles voor geregeld. Wat is er voor mannen die vals beschuldigd worden?

Niks! Ik heb Slachtofferhulp gebeld. En nog een paar instanties.

Wat zeiden die?

“Nee, dat doen we niet.” Het is allemaal van 1 kant. Die groep mannen die in dezelfde situatie zit waar ik in zat, daar is helemaal niets voor. En niemand voelt zich er ook verantwoordelijk voor. Ze zeggen gewoon ‘je hebt twee jaar thuis gezeten, je bent je vaste baan kwijt, je bent vrijgesproken. Nou fijne dag! En zoek het lekker uit.”

Er wordt niet gezegd; wij hebben het verkeerd aangepakt, misschien moeten we je eens compenseren. Niks. Helemaal niks.

Wat vind u dat daaraan zou moeten veranderen?

Ik vind dat de drempel hoger moet. Dat mensen verantwoording moeten afleggen voor wat ze doen. Dus dat de officier van justitie die mijn zaak heeft gedaan die het zich permitteert om zonder enig bewijs gewoon iemand twee jaar thuis te parkeren. Daardoor ben ik ontslagen, ben mijn vaste baan kwijtgeraakt… En toen vrijgesproken. En dat was het. En nu?

Wat had u gehoopt dat Slachtofferhulp voor u zou kunnen doen? En waarom verwachtte u dat ze dat zouden kunnen?

Nou, ook wel vanuit de rechtskant, de vraag ‘wat kan ik doen?’. Ik heb het niet gedaan, ik zit hier maar thuis te wachten. Kan ik iets tegen de tegenpartij doen? Ik weet niet exact meer waarom ik belde, maar waar het mij om ging is dat ik in een totaal onmachtige situatie zat. Dus dan ga je zoeken. Wie gaat hier iets aan doen? Moet ik de Ombudsman bellen? Ik twijfelde of die onafhankelijk is. Dus je bent volledig overgeleverd aan de willekeur van het openbaar ministerie.

Je kan daar niets tegen doen. En dat past helemaal niet bij mij. Ik weet meestal wel een uitweg. Tegelijk wil je je eigen positie niet beschadigen, dus ik dacht, laat ik maar een beetje oppassen.

Wat was de strafeis?

Dat viel mij eigenlijk nog mee. Drie maanden voorwaardelijk. Dat was alles. Geen geld, niks. Maar dat vond ik dus wel een probleem. Ik was al mijn baan kwijt. Als ik dan die voorwaardelijke straf zou krijgen zou ik officieel zedendelinquent zijn, mijn VOG kwijt en dan houdt alles op. 

Ik had zelfs de gedachte: straks wil ik een keer op vakantie naar Amerika en wordt gezegd ‘Ho, wacht even, u bent zedendelinquent, jij komt er niet in.’ Snap je wat ik bedoel?

De straf was voorwaardelijk, maar die registratie als veroordeelde zedendelinquent…

Is levenslang. Dat is levenslang. Dan is het gewoon over en sluiten. Maar blijkbaar vond het Openbaar Ministerie het wel de moeite waard om die poging te wagen…

Ook al is iemand vrijgesproken, er komt toch een vermelding in het justitieel register. Het zaaknummer komt erin te staan, het strafdossier, en de datum en uitspraak dat iemand is vrijgesproken. Ook dat blijft staan.

Dat weet ik niet. Tja. Wat moet ik daaraan doen?

Begrijpt u dat ik dat vreemd vind? Ik ben niet een ‘neutraal persoon’, maar van Platform Potifar. Dat is toch heel onrechtvaardig, dat u twee jaar vervolgd wordt… De vrouw die een valse aangifte doet krijgt geen aantekening in het justitieel strafregister dat zij een aangifte heeft gedaan die niet terecht bleek. Maar in uw register komt wel te staan ‘Deze man moest voorkomen voor een zedendelict.’

Belachelijk! Belachelijk.

En dat blijft staan tot uw tachtigste.

Wat moet je eraan doen… Daar moet iets aan veranderen. Dat kan niet. Het moet zo zijn, vrijgesproken, geen enkel bewijs: schone lei, klaar! Als het blijft staan dan is het bij wijze van spreken zo dat je nog steeds verdacht bent. 

Zou u het terecht vinden dat vrouwen die een valse beschuldiging doen vaker vervolgd worden?

Ja! Zo iemand moet wel heel zeker weten wat ze zegt. Als ze het zeker weet is stap 1. De tweede: kan je het bewijzen?

Toen u hoorde dat u was vrijgesproken, heeft u toen iets gedaan om dat te vieren? Of voelde het niet alsof het iets was om te vieren?

Naaah, ik heb het natuurlijk wel gedeeld met mijn gezin, mijn moeder en meer mensen. En er stond die avond al een etentje gepland, en het was wel een opluchting. Echter, na de vrijspraak ben je er nog niet, want je moet weer gaan opstarten. Ik was mijn baan kwijt, dus daar zit je dan te koekeloeren.

U hebt nu wel weer werk?

Ja, in hetzelfde vakgebied. Er waren mensen die zeiden ‘zou je dat wel doen, want het kan je weer gebeuren, je stapt een mijnenveld in’. ‘Tja.

U noemt dat u dan een mijnenveld in zou gaan. Maar ook een ‘meidenveld’, als ik die woordspeling mag gebruiken. Hoe was dat?

JA! Kijk, ik heb dertig jaar ervaring in een bepaald vakgebied waarin ik werkte. Ze zeggen weleens dat als je op een paard zit en je valt eraf, en je stapt er niet gelijk meer op, dan durf je nooit meer. Het is dus kiezen van ‘ik doe het niet meer, ik durf het niet meer’. Of ‘gewoon gaan en denken, ja, dat is gebeurd’. Je kan er elke dag aan denken en niets doen, maar dan sta je stil. Dan krijg je ook geen baan meer. Want dit vak was waar ik ervaring in had.

Ik let wel op in situaties waar ik alleen kan komen met iemand, dat je zelf de vraag stelt, moet ik dat wel doen. Daar dacht ik vroeger helemaal niet over na.

Wilt u zelf ter afsluiting nog iets toevoegen? Een ‘laatste woord’?

Nou, ik hoop dat naar aanleiding van dit interview en meerdere van dit soort interviews dat dit soort situaties een keer in de Tweede Kamer terecht komen en dat ze wat gaan doen aan deze ongerechtigheid. Dat mannen zomaar beschuldigd worden en geparkeerd voor jaren. Alles kwijtraken. En aan het eind van de rit blijkt dat het niet waar is. En dan vrijspraak en dat het dan blijft bij ‘fijne dag, volgende klant’. Dat kan niet. Er moet iemand verantwoordelijk worden gehouden. En er moet compensatie geregeld worden.

Dus daar zou het OM ook verantwoordelijk voor moeten worden gehouden?

Ja! Het is nu zelfs zo dat hele zware zedenmisdadigers als eerste voor de rechter komen. Die zaken worden als eerste behandeld. Maar zaken zoals die van mij, waar het maar half duidelijk is, die laten ze gewoon een paar jaar wachten. Dat kan niet.

© Egbert Born, September 2022, Amsterdam.

Dit is het 4e deel van het interview met muziekdocent Freddie. Het werd gepubliceerd op 16 oktober 2022. In de komende week verschijnt deel vier op de website van Platform Potifar. Het 1e deel is gepubliceerd op 12 oktober 2022, deel 2 op 14 oktober, deel 3 op 15 oktober.

Bent u ook vals beschuldigd en wilt u er over vertellen? Stuur dan een mail naar [email protected]. Bellen mag ook, zie de contactpagina. Wij luisteren wel naar u. U bent het niet alleen.

Interview muziekdocent Freddy deel 3

Interview muziekdocent Freddie. Deel 3 Ontslagen in afwachting van de rechtszaak

Er zat twee jaar tussen de aangifte en de rechtszaak, waarin u op non-actief was gesteld door uw school, op last van de politie. Hoe ging dat?

Nou gewoon thuiszitten. De corona zat er precies bovenop, ik had nog andere werkzaamheden buiten mijn docentschap, die gingen door corona ook niet door. Een paar kleine activiteiten als zelfstandig ondernemer liepen nog wel door, maar in principe werd het heel stil.

Denkt u dat uw collega’s ervan afwisten?

Het werd in principe heel goed stilgehouden. De school zei dat ze er niks over vertelden. Want dat kan jou beschadigen. Dus niemand wist het. Tot een paar maanden geleden ik een keer uitgenodigd was voor een feest met inmiddels ex-collega’s die vroegen waar ik was gebleven. Toen heb ik het gewoon verteld. Ik ben vrijgesproken, ik heb niks misdaan, dit is hoe de school werkt.

U heeft me eerder verteld dat de school op enig moment van u af wilde. Hoe ging dat?

Ja. Zij dachten in het begin, dit is zo duidelijk dat het niet waar is, dit duurt een weekje en dan zijn we ervan af. Maar dat was niet het geval. Het ging steeds langer duren. De school heeft in principe anderhalf jaar niets van zich laten horen. Toen werd hun enige doel: hoe komen we hiervan af? Zonder dat zij zelf in opspraak raken. Dat hun naam niet wordt aangetast.

Het erge was, de directeur van de overkoepelende scholen had in het begin al na een maand gezegd dat niemand meer met mij mocht communiceren. Alleen hijzelf. En weet je wie er anderhalf jaar niet met mij gecommuniceerd heeft? 

Die directeur…

Die man! Van hem heb ik anderhalf jaar niets gehoord. Mooi he?

Zoals u het vertelt klinkt alsof u daar nog ontzettend kwaad over bent.

Die lui zijn niet lekker bij hun hoofd. Dus op een gegeven moment kreeg ik een mailtje ‘we willen een gesprek met je hebben.’ Oh, ik herinner me nu. Met hem heb ik eerder ook nog een gesprek gehad. Een maand na het voorval kwam ik bij hem. Die man had geen enkele inzage in de situatie. Hij wist totaal niet wat er gebeurd was. Alleen dat ik iemand had aangeraakt, that’s it. Hij begreep er niks van. Zijn houding was eigenlijk: jij hebt een meisje aangeraakt. 

Hij begon met: “Kijk Freddie, je moet nooit met een meisje alleen in een lokaal zijn. Dan moet je de deur openzetten.” Ik zei: “Even stoppen nu.” Meisje alleen in het lokaal? Je weet volgens mij helemaal niet wat er gebeurd is. Je zit hier gewoon met 1 ding ‘hoe kom ik van jou af?’. Toen begon hij ook al meteen van: “Ja, we moeten even kijken hoe we dit af gaan ronden.” Ik zei opnieuw: “Je weet helemaal niet wat er gebeurd is.” Ik was niet met 1 meisje alleen in de klas. Ik zat in een volle klas. “En ik ga je nu zeggen wat er gebeurd is.”

Ik werd kwaad op hem. Hij schrok ook van mij hoor. Toen begon hij over het politieverhoor: “En?” ” Wat zeiden ze?” Ik antwoordde: “Wat denk je zelf?” Dat de politie na het verhoor tegen mij zegt ‘we zijn eruit, zo en zo gaan we het doen’? Zo werkt dat niet! Weet je niet hoe de wetgeving werkt?”  

Hij antwoordde: “Nee. Maar bel ze anders even.” Ik zei: “Niemand kan dat. Je kan ze niet bellen. Ze bepalen helemaal zelf wat ze doen.” Toen zei hij dat hij ze wel even de volgende dag zou bellen. Ik wenste hem succes. Nooit meer iets van gehoord.

De man begreep de situatie niet. Niets van het rechtssysteem. Die is dan directeur van meerdere scholengemeenschappen. Dat was mijn contact met de school, die had maar 1 doel: ‘Hoe komen we van die man af?’.  

Pas anderhalf jaar later werd ik nogmaals tot hem geroepen en zei hij: “We willen je een voorstel doen. Weet je wat het is. Hoe het ook voor je uitpakt, wij willen van je af.”

Je kan daar enigszins begrip voor hebben omdat ze me al anderhalf jaar doorbetaalden en als je dan terug zou komen als het goed afloopt, zou de vraag komen: “waar ben je al die tijd geweest?” Dus er werd een vaststellingsovereenkomst aangeboden. 

Had u het gevoel dat u daarin een keuze had?

Nee. Het was gewoon dwang. Want hij zei al “ik wil je niet bang maken, maar dit is ons voorstel en anders willen we je gewoon ontslaan.”

Dus eigenlijk kwam het erop neer dat u dat voorstel kon accepteren of anders waren ze een ontslagprocedure bij de rechter begonnen?

Ja. Hoewel dat een beetje vreemd was, want ik had niks misdaan. Dus ik had kunnen zeggen. Doe je best, kom maar op dan. Maar: in de eerste plaats zat ik natuurlijk ongelooflijk slecht in mijn vel. Ten tweede: stel dat het fout zou gaan in de zaak van de valse beschuldiging. Stel dat het vlak na dat aanbod voor de rechter komt en ik veroordeeld wordt. Dan valt alles weg! Dan kan ik niet meer werken in het vakgebied. Ik denk dat ik een uitkering kan vergeten, dus dan zou ik in de bijstand komen. Dan houdt alles op.

En zij kwamen met een voorstel wat mij een zekerheid gaf van een bepaald inkomen. Daar was een speciale regeling voor.

Als ik dit zo hoor hoe u uw situatie beoordeelde was uw vertrouwen in het rechtssysteem flink onderuitgezakt.  

Dat was al binnen de eerste maand zo. Ik bedoel als je kijkt naar een officier van justitie kijkt en het OM en die gaan een zaak doorzetten waar op geen enkele wijze bewijs voor is. Dan klopt dat hele rechtssysteem niet. Je kan toch niet iets doorzetten waar je geen bewijs voor hebt? Mijn angst was ook steeds: houden zij iets achter? Weten zij iets wat wij niet weten? Want op basis van wat ze geleverd hadden en het getuigenverhaal, plus al die getuigenverhoren die we hebben uitgezocht, moesten ze dat toen al seponeren.

Wat ik altijd hoor is: als je vals beschuldigd bent zit dat de hele dag in je hoofd, klopt dat?

Klopt. Ik word wakker: Pats! Het is alsof er een soort tweede persoon in jou is gekropen, die zit er gewoon in.

Daarnaast had u naast werk ook een sociaal netwerk. En daarbuiten weer een ring van mensen die daar half omheen hangen. Dus misschien is er ook een tweestrijd ‘Aan wie ga ik dat wel en aan wie ga ik dat niet vertellen, want het zit me wel heel hoog’.

Mmm. Ja. Ik ben daar wel vrij open in geweest. Niet bij iedereen. Ik heb de mensen het niet zo gebracht dat ik gelijk met de deur in huis viel. Dat ik binnenkom en zeg ‘he, moet je nou eens horen’. Nee. Maar soms kwam het wel voor dat iemand die iets verder van je af stond. Dat het via een andere situatie ter sprake kwam.

Misschien is uw geluk dat u in een grote stad als Amsterdam woont. Want ik kan me voorstellen dat als dit in een dorp zou gebeuren.  Dan kan je geen winkel meer in of elke kassière die u nog nooit gezien heeft, weet opeens wie u bent. En van de beschuldiging.

Ja. Precies. Dat zo’n vader dat met mensen bespreekt en dan gaat het rond. Ook omdat ze dat vriendinnetje erbij betrokken hebben. Ik werkte al dertig jaar in drie verschillende sectoren, waar ik heel veel mensen ontmoet.

Dus het kiezen voor die overeenkomst was tussen enige vorm van zekerheid en de angst dat u met niets zou achterblijven?

Alles kwijt! 

En u werkte al lang in dat vak, dus u had een huis en alles wat daarbij hoort?

Ja. En een vaste baan he? Die heb ik nu niet meer. 

Was u er elke avond mee bezig?

Nee. Want ik ben ook een soort van rationalist. Ik besefte dat ik daar niets mee op zou schieten, dan zou ik me daar helemaal in begraven. In het begin heb ik wel gedacht ‘ik ga aangifte doen van laster, dat heb ik ook met mijn advocaat besproken. Ook nadat ik was vrijgesproken. Ze zei dat dat niet kon. Omdat dat meisje de situatie zo had opgevat, dus mocht ze dat zo zeggen. Je mag gewoon iets beweren. Zij denkt dat dat gebeurd is. Dat meisje is ook niet op zitting geweest, het boeit haar niet. Ze is gewoon doorgegaan op school. 

Dat is het allerergste: degene die onschuldig is raakt alles kwijt en degene die de aangifte heeft gedaan loopt gewoon vrij rond.

Bij de rechtszaak komen we straks. Eerst deze vraag: u hebt gekozen voor die overeenkomst. Was u niet tegelijk ontzettend kwaad? Zo van, ik wacht maar en wacht maar en daardoor moet ik nu iets kiezen wat ik nooit zou hebben gedaan als die valse beschuldiging er niet was geweest.

Daar komt het wel op neer. Het enige voordeel, nou ja, voordeel, er zat eigenlijk helemaal geen voordeel aan. Het enige wat het me wel opleverde; dat het de rust gaf dat ik financieel op die regeling terug kon vallen. Wat er ook zou gebeuren. Ik had kunnen doorzetten en niet ondertekenen. Maar wat gaat er dan gebeuren? Zou ik dan nog een rechtszaak aan mijn broek krijgen waarin ze iets zouden verzinnen om van me af te komen? En als dan de zaak verkeerd af zou lopen had ik niks.

Had u voor die gesprekken over die overeenkomst dezelfde advocaat als voor uw zedenzaak?

Nee, ik heb daar een andere advocaat voor gehad, die mijn strafrechtadvocaat mij adviseerde.

Een arbeidsrechtadvocaat?

Ja. En daar ben ik mee gaan overleggen: is dit een goed aanbod, moet ik dit doen? Ze zei ja, in jouw situatie zou ik dat gelijk doen. Als je dit neemt weet je wat je hebt. Achteraf voel ik nog steeds opluchting, want die financiële dekking had ik.

Hoe oud was u toen?  

Zevenenvijftig. Jaaa, 57. En dan mag je gaan solliciteren. Je weet niet hoe de arbeidsmarkt er uitziet. En als je veroordeeld wordt krijg je geen VOG (Verklaring Omtrent Gedrag) meer en kan je nooit meer werken. 

Toen u de baan kwijtraakte bij de school, en de rechtszaak nog niet was gepland, hebt u toen al geprobeerd om werk te krijgen?  

Nou, ook daarin heeft die school gefaald. Ze hadden al een paar maal aangedrongen dat ik maar ergens anders moest gaan solliciteren. Ze wilden van me af he? Maar dat kon helemaal niet. Na het tekenen van mijn vaststellingsovereenkomst ben ik direct gaan solliciteren en warempel, ik kreeg direct een baan aangeboden. Ik moest alleen nog een VOG regelen. Die vroeg ik aan. Een paar dagen later kreeg ik een brief terug: ‘U krijgt geen VOG’. Want er loopt nog een zaak tegen u, dan hebt u geen recht op een VOG.

Ik heb letterlijk die nieuwe school opgebeld en gezegd ‘Joh, ik mag hier niet werken’. Ik heb niet gezegd waarom precies niet. Ik heb alleen gezegd ‘het is heel erg ernstig, het is volstrekt buiten mijn schuld en ik kan u niet uitleggen waarom dit zo is.’ Dus ik kon niet eens aan de slag. Terwijl mijn vorige school dat wel gezegd had. Dat was zelfs voor mij nog een reden geweest om mee te gaan in die vaststellingsovereenkomst. Ik dacht, dan kan ik verder. Maar het bleek dat het helemaal niet kon.

© Egbert Born, September 2022, Amsterdam.

Dit is het 3e deel van het interview met muziekdocent Freddie. Het werd gepubliceerd op 14 oktober 2022. In de komende week verschijnt deel vier op de website van Platform Potifar. Het 1e deel is gepubliceerd op 12 oktober 2022, deel 2 op 14 oktober.

Bent u ook vals beschuldigd en wilt u er over vertellen? Stuur dan een mail naar [email protected]. Bellen mag ook, zie de contactpagina. Wij luisteren wel naar u. U bent het niet alleen.

Interview muziekdocent Freddy deel 2

Interview muziekdocent Freddie deel 2: De politie doet niet aan waarheidsvinding

Er was een aangifte, dus op enig moment heeft u iets gehoord van de politie. Hoe ging dat? Werd er aangebeld? Kreeg u een brief?

Een brief. Die brief werd persoonlijk overhandigd. Er kwam letterlijk een politieagent aan de deur. Echt een agent in uniform. En dat ik voor moet komen. Moet even nadenken of dat later was of in het begin. In die brief staat helemaal niets over de aangifte, niets over de omstandigheden. Als ik niets van de school had gehoord, had ik geen idee gehad waar het over ging.

Kwam hij onaangekondigd?

Ja, hij belde gewoon aan en vroeg of hij even mocht binnenkomen. Ze wilden zeker weten dat je die brief krijgt. Hij is hier ongeveer een kwartiertje geweest. Inhoudelijk kon hij niets zeggen. Hij kwam alleen de brief brengen.

In die brief stond een uitnodiging om op het bureau te komen?

Ik ben eerst een keer verhoord, dat was wel redelijk snel, ik dacht eind februari. Twee maanden na de aangifte. 

Daar wil ik even bij stilstaan. Het was in Amsterdam, de zedenpolitie zit bij het hoofdbureau.

Ja, de Marnixstraat.

Kunt u zich nog herinneren hoe u zich voelde toen u daar naartoe ging?

Ja. Ongelooflijk slecht. 

Ik kan me voorstellen dat het door uw hoofd ging: ik ga nu naar een afdeling van de politie waar echt kinderverkrachters, de mensen die helemaal onderaan de maatschappelijke ladder staan, die gaan daar heen. En nu moet ik daar ook heen.

Ja. Precies… Dramatisch… Je komt daar binnen, dan gaan ze foto’s van je maken, vingerafdrukken. Ik dacht, wat krijgen we nou joh, ik heb niks misdaan en kom nou in de molen van een misdadiger. Die iets heel ernstigs heeft misdaan. 

Was u bang dat u herkend zou worden toen u het bureau binnenliep?

Nee. Ik weet nog de gedachte ‘ook al word ik veroordeeld, dan ontken ik het nog, want het is niet waar. Daar bleef ik wel bij. Ik weet dat als je iets gedaan hebt, dan denk je ‘ik word gesnapt’, maar ik had zoiets van ‘nee, ik heb het niet gedaan’.  Maar die mensen bij de zedenpolitie kijken niet naar de waarheid. Ze kijken ‘kunnen wij het rond krijgen dat dat vriendinnetje ook zegt dat het zo is en dat we hem kunnen pakken’.

Dat was namelijk het probleem na dat 1e verhoor op die dag. Mijn advocaat zei dat de kans heel miniem was dat ik moest blijven of vast kwam te zitten. Ik dacht: WAT?

“Toen het eerste verzoek tot seponering was afgewezen zei mijn advocaat: “Ik heb slecht nieuws, ze gaan het doorzetten.” Toen werd ik echt ongelooflijk gestrest. Dat was het ergste moment wat ik me kan herinneren.”

 Was uw advocaat mee naar de zedenpolitie?

Ja, die was bij het verhoor. En omdat de zaak net nog niet helemaal duidelijk was. Ik kon het niet goed plaatsen en vroeg me af ‘welke klas was dat ook alweer?’ Na dat verhoor kwam ik buiten. Eenmaal daar zei mijn advocaat: ‘Het enige lastige is: zij hebben een getuige’. Een steungetuige.  

Het asociale is: ik weet niet wat dat meisje bij haar verhoor heeft gezegd. Ik weet niet wat die getuige had gezegd. Ik wist totaal niets. Dus op dat moment dacht ik ‘ik ben de lul. Zij zijn met zijn tweeën, ‘ik ben alleen’. 

Hoe verliep het verhoor, hoelang duurde dat?

Gek genoeg: niet lang.

Een uur, twee uur?

Veel korter. Twintig minuten. Misschien een kwartier. Dat was verbazingwekkend, dat zei mijn advocaat ook. Ik kreeg allemaal vragen en ik antwoordde overal nee op. Toen kwamen ze met alternatieven ‘kan het niet zo zijn gegaan?’. Ze liepen allemaal dingen te suggereren. Op een gegeven moment, dat vond ik het valse van de politie, zei een van hen: “Ja, maar die vriendin van haar zegt dat ook.” Ik zei: dat kan wel zo zijn, maar het is niet gebeurd. En wat de zedenrechercheur me vertelde was niet waar. Die vriendin had dat niet gezegd. Dat is de valsheid. Op dat moment weet jij nog niet wat de ander heeft gezegd. 

Ze gingen in het verhoor dus al heel snel over naar de aard van de beschuldiging?

Ja. Wat is er gebeurd en wat is er volgens u gebeurd. Dat heb ik toen verteld. En daarna gingen ze je dingen voorleggen uit de aangifte. 

Was de aangifte gedaan door het meisje of door de vader?

Dat is nog mooier. Het meisje was verhoord in het bijzijn van haar vader. Dat mag niet. Maar haar vader had contacten bij de politie. En via iemand die hij daar kende. Hebben ze daar ook nog vriendinnen uit andere klassen bijgesleept. Die ook ooit les van mij hadden gehad. Die werd ook gevraagd: ‘Zat hij weleens aan je?’. De politie en het Openbaar Ministerie waren alleen maar bezig met de vraag: ‘Hoe kunnen we hem pakken?’ Niet om de waarheid op tafel te krijgen, maar ‘laten we er iemand bij slepen die ook maar wat loopt te verzinnen.’

De politie stelt altijd dat zij waarheidsvinding centraal stellen. Hebt u het gevoel dat zij op zoek waren naar de waarheid?

Nee, ze waren absoluut niet op zoek naar de waarheid. Kijk, wat zij doen is: ‘Kunnen wij hem zover krijgen om het toe te geven?’

Wat was uw algemene beeld van politie en justitie voordat dit allemaal begon?

Dat was al niet goed. Ik zie zoveel falen. Ik heb het gevoel ‘het zijn een paar mensen die maar wat doen’. Ze doen maar wat. En dan kan je rechten hebben gestudeerd, maar dat maakt niets uit.

Maar u was niet bepaald een draaideurcrimineel die al een heleboel ervaringen met politie en justitie had…

In de verste verte niet. Ik ben van tevoren nog nooit met ze in aanraking geweest. Maar waar mensen werken, worden gigantische fouten gemaakt. Dus ook daar worden fouten gemaakt. Dat wetboek waar je je aan houdt staat volstrekt los van de realiteit. En niet alleen bij mij, maar heel vaak.

Vond u dat de zedenrechercheurs wel vriendelijk bleven?

Ze waren vriendelijk. Sic. Ze waren vriendelijk. Mijn advocaat had al gezegd: zeg op elke vraag nee. En voor mezelf had ik me voorgenomen: als ik me aan de waarheid houd kan ik alles beantwoorden.

Kunt u nog iets meer uitweiden welke gedachten door u heen gingen toen u naar het politiebureau toe ging?

Ik was volstrekt verdwaasd… Gestrest. Het is een soort film. Die niet waar kan zijn. Ik stond eerst buiten met mijn advocaat nog wat te babbelen. Over wat ik kon verwachten. Ze zei dat het wel de hele dag kon duren. Dus je gaat je echt voelen als een ontzettende crimineel. Ik zei nog, ik heb niks misdaan, wat kom ik hier doen joh?

Was u ook boos?

Daar heb je eigenlijk geen tijd voor. Je kan helemaal niks doen. Je moet het ondergaan. Je kan wel heel boos worden. Maar daar schiet je niets mee op.

Hoeveel tijd zat er tussen de aangifte en het moment dat u zeker wist: er komt vervolging en een rechtszaak? Hoelang duurde dat?

Dat heeft zeker anderhalf jaar geduurd. Want in principe gingen politie en het openbaar ministerie ermee door, wilden ze niet seponeren. Wij hebben ook de vraag gesteld tussendoor ‘is dat onderzoek nou een keer afgerond?’ Toen het was afgerond, kwam de vraag ‘Nou, en nu?’. Nou, er gebeurde niks.

Mijn advocaat heeft toen gezegd, ‘ik wil de locatie zelf even bekijken’. Dat vond de politie ‘nergens voor nodig’. Wij hadden iets ‘hoezo’ nergens voor nodig? Dat bepalen wij toch zelf wel of dat nodig is? Nou, dat mocht niet of in ieder geval zeiden ze’ daar doen we niets mee’. Gek genoeg bleek een paar dagen later dat ze zelf op onderzoek op de locatie gingen. Om te fotograferen. 

Joost mag weten waarom. Daarna stond het gewoon weer stil. We hebben nog een keer een verzoek gedaan. Mijn advocaat heeft alle verhoren opgevraagd. Het ‘grappige’ is; van de zes verhoren die zijn gedaan is er maar 1 opgenomen. De rest is niet opgenomen. Dat mag niet. Het is verplicht een auditieve registratie van het verhoor te doen. Van allemaal.

Toen we vroegen waarom zei de zedenpolitie: “We hadden geen opnameapparaat bij de hand. We konden dat even niet vinden”. Een ander zei dat de batterij leeg was. Ik denk dan: wat boeit mij dat, dat je batterij leeg is? Jij moet dat opnemen. Niet gebeurd.

Dus u moest maar aannemen dat wat ze op papier hadden staan waar is?

Dat kon gewoon de prullenbak in. Ze hadden helemaal geen bewijs.

U noemde het woord ‘seponeren’ een aantal keren. Wat is een sepot? Ik denk dat veel mensen dat niet precies weten.

Seponeren is als de Officier van Justitie naar de zaak kijkt en denkt van ‘is er voldoende bewijs om deze man veroordeeld te krijgen?’ Als er onvoldoende bewijs is kan hij het seponeren en komt het niet voor de rechter. 

Mijn angst zat in de gedachte ‘hoe kan het dat je als officier van justitie geen bewijzen hebt en ook veel verhoren niet zijn opgenomen?’ Dat je dan toch doorzet? Wat weet jij dan wat ik niet weet?

Daar maakte u zich zorgen over?

Ja. Waar ga jij mee komen dan? Hou jij iets voor mij achter? Dat ik straks daar zit en veroordeeld wordt voor iets. Terwijl er geen bewijs is. Dat kan niet!

Dus dat angstbeeld maakte u extra onzeker?

Dat maakt je onzeker, want wat je op papier ziet, denk je, dit kan niet tot een zaak leiden.

Wanneer drong het besef tot u door ‘dit is een echte beschuldiging’? Ik kan me voorstellen dat het eerst zo vreemd en onwerkelijk is, omdat het om iets gaat wat niet gebeurd is.

Ten eerste hoor je dat er aangifte is gedaan. Dan ligt het al bij de politie. Dus dan denk je al dit wordt serious business. Dat schud je niet van je af. Dat gooien ze echt niet weg. Maar dan moet je op een gegeven moment naar het politiebureau toe. Dan gaan ze een foto van je nemen, vingerafdrukken en zo. Dan word je verhoord en willen ze weten ‘wat is jouw kant van het verhaal?’.

Dan denk je ‘nu weten ze mijn kant van het verhaal’. Maar toen het eerste verzoek tot seponering was afgewezen zei mijn advocaat: “Ik heb slecht nieuws, ze gaan het doorzetten.” Toen werd ik echt ongelooflijk gestrest. Dat was het ergste moment wat ik me kan herinneren.

Hoe lang was dat na het verhoor?

Ik weet dat niet meer precies, ik denk een paar maanden. Mijn advocaat zelf zei: “Ik krijg er een knoop van in mijn maag.”  Ik schrok me kapot, dat had ik nooit verwacht.

Zij schrok?

De advocaat! “Dit kan echt niet” zei ze, “Er is geen bewijs. Hoe kan het dat ze dit doorzetten?” Dat was het moment dat ik dacht ‘dit gaat fout, dit gaat niet de goede kant op’. Omdat je dan denkt: als ze niet gaan seponeren, dan zijn ze wel heel erg zeker van hun zaak, dan kan het wel eens verkeerd af gaan lopen.

Weet u of alle zedenadvocaten die geluidsbestanden van de aangiftes afluisteren?

Dat weet ik niet. Maar als je weet dat iets een zaak wordt, moet je je erin verdiepen. En toen we die verslagen op papier lazen zagen we: als je dit ziet moet je seponeren. Want: ten eerste, die vriendin zei dat ze niet gehoord had dat ik gezegd had wat dat meisje beweerde. Ze zei ook dat ze niet had gezien dat ik haar vriendin expres had aangeraakt. En zij werd opgevoerd als getuige. Door haar zou het een rechtszaak moeten worden. 

En toch zetten ze door. In datzelfde verhoor staat dat haar gevraagd wordt ‘en de andere mensen in de klas dan? Waarop ze antwoordde: ‘Nee, niemand heeft het meegekregen.’ Pardon? Er zit een klas met 26 leerlingen. Het gekke was, ze hebben nooit iemand gehoord van die andere leerlingen.

 © Egbert Born, september 2022, Amsterdam.

Dit is het 2e deel van het interview met muziekdocent Freddie. Het werd gepubliceerd op 13 oktober 2022. In de komende week verschijnen de delen 3 en 4 op de website van Platform Potifar. 

Bent u ook vals beschuldigd en wilt u er over vertellen? Stuur dan een mail naar [email protected]. Bellen mag ook, zie de contactpagina. Wij luisteren wel naar u. U bent het niet alleen.

Interview muziekdocent Freddy deel 1

Interview muziekdocent Freddie deel 1 De beschuldiging

In september interviewde Platform Potifar muziekdocent Freddie. Vandaag deel 1 van 4 delen. De naam Freddie is op verzoek een pseudoniem. Twee jaar lang werd hij vals beschuldigd van aanranding van een minderjarige leerlinge. Hij raakte alles kwijt voor hij werd vrijgesproken. Zijn vrijheid, zijn werk, zijn vaste baan en zijn vertrouwen in het rechtssysteem. Steeds meer mannen in het onderwijs kennen de angst op een dag vals beschuldigd te worden. Dit is de stem van Freddie, zijn verhaal. Hoe een honderdste van een seconde zijn leven totaal verlamde.
Hoe bent u bij dit onderwerp betrokken geraakt?

Omdat iemand aangifte tegen mij heeft gedaan, omdat ik die persoon aangeraakt zou hebben. Onzedelijk. Wat niet waar is.

Dat was dus officieel een aangifte van aanranding…

Ja. 

Zullen wij beginnen bij het moment dat u voor het eerst hoorde van de valse beschuldiging?

Toen ik het voor het eerst hoorde. Op het moment dat je het hoort ga je terugschakelen van ‘He?… ‘Wat?!’ Omdat natuurlijk, als iets niet gebeurd is. En iemand noemt de gebeurtenis als aangifte, dan moet je gaan schakelen. Zo van; wacht even, ik moet me nu iets gaan herinneren wat niet gebeurd is. “

En hoe dat ging…

Dan ga je denken: in welke situatie heeft iemand dan gedacht dat ik dat gedaan zou hebben?

Hoe hoorde u ervan?

Ik moest toevallig even de school bellen, voor iets anders. En toen kwam het antwoord: “Ik heb je nu toch aan de lijn, er heeft iemand aangifte tegen je gedaan.” De vader van een meisje. Ik zeg: Pardon?

Wanneer was dat?

Dit was op 6 januari 2020. Dat was de eerste schooldag na de kerstvakantie.

Hoe oud was dat meisje?

Twaalf of dertien, eerstejaars, ze zat net op school. Die denkt dat er iets gebeurd is wat niet gebeurd is.

En toen, daarna?

De directeur vroeg me langs te komen op school. Ik ben naar school gegaan, maar de directeur en de afdelingsleider begonnen een beetje uit te leggen van: “Ja, maar er is een paar maanden geleden iets gebeurd.” Maar iets wat niet gebeurd is kan je je niet herinneren. Dan moet je gaan denken: hoe dan? Wanneer dan?

Bleek dat dat voorval al in september was gebeurd. Er zat al een half jaar tussen. Dus dan denk je van ‘he? ‘Wacht effe’. Je moet al die puzzelstukjes bij elkaar leggen.  Ik heb niet gelijk een weerwoord want ik moest even nadenken of, ‘wanneer kan dit dan gebeurd zijn?’. Het gekke is dat ik me direct kon herinneren dat ik ooit iemand aangestoten heb. En dat ik op dat moment dacht ‘ik hoop niet dat diegene daar wat mee doet’. Ik raak iemand per ongeluk aan, weet je wel.

Je weet hoe gek ze zijn. Maar had ook iets van, ach, dat zal wel niet. En dan ben je het ook weer kwijt. Achteraf bleek het wel dat voorval te zijn. Je moet eerst dan een aantal dingen bij elkaar gaan knopen van ‘welke klas dan, wanneer dan, welke situatie.’ Op een gegeven moment dacht ik toch van: als ik het zo hoor, is het dat voorval. 

De context moest ik nog een beetje over nadenken. Ook omdat ik in eerste instantie niet wist om welk meisje het ging. Ja, ze noemden die naam. En die kende ik niet. En bleek achteraf dat het ging om een meisje uit een klas die ik nooit les heb gegeven.

U was docent?

Ja. Ik was muziekdocent op een lyceum in Amsterdam. Maar… blijkt idd dat een klas was, die wel bij mij in het lokaal was geweest, maar die in het verkeerde lokaal zat. Die zijn maar anderhalve minuut in mijn lokaal geweest. Ze zaten aan hun tafeltjes en stoeltjes en toen ik ze bij de deur zag staan dacht ik: ‘hé, ik ken die klas niet. Maar het zal wel een nieuwe klas zijn, er zal wel iets gewisseld zijn.’ Ik riep ze naar binnen, gaf iedereen een hand, ga zitten, neem plaats. Ik loop naar mijn computer. Ik dacht ik begin gewoon, ik stel mij voor, ik zat achter mijn bureau. Ik wil naar het bord lopen om mijn naam op te schrijven. Achteraf bleek daar het voorval te zijn geweest.

Want: iedereen zit achter tafeltjes, dat is bij mij altijd zo. Die staan al tien jaar op dezelfde plek. Je komt binnen, ik geef je een hand en je gaat zitten.

Maar toen: ik loop om mijn bureau heen, anderhalve meter verder, ze waren wat aan het praten. Ik zeg: “Hé jongens.” Dat was het enige wat ik zei. Toen zegt een meisje achter mij: “Jongens en meisjes meester!”. Ik zeg van: “Ja, jongens en meisjes”. En ik wijs naar achteren toe, naar die meisjes. En ik stoot iemand aan. Ik kijk om. Ik kijk een meisje in de ogen en zeg: “Sorry”. Ik kijk nog even in de ogen van ‘alles goed?’, weet je wel. Heb ik je niet in je oog gestoken? En ik ga verder.

En dat was het?

Dat was het! Het duurde een honderdste seconde. Op dat moment zaten er 27 leerlingen naar mij te kijken. Een volle klas. Ik was ze aan het toespreken. Niemand heeft wat gezien. Niemand heeft het gehoord. Haar vriendin zat naast haar. Die hebben ze later verhoord.

Dat meisje zelf zat op een kruk. Wat ze zelf had gepakt en achter mij had gezet. Toen ik langs haar liep heeft ze die kruk gepakt en is achter mij gaan zitten. Voorovergebogen. Dat zei ze ook. Daarom denk ik ook ‘Waarom denkt zij dat ik dit heb gezegd?’. Omdat, ik stoot haar aan, op het moment dat ik haar aanstoot, toen pas keek ze op. Geschrokken. Ja, op het moment dat zij mij aankijkt, kijk ik ook haar aan. Ik schrok ook. Dus heeft zij waarschijnlijk gedacht: ‘Heeft hij dat nou met opzet gedaan?’ Dat is vreemd.

Wacht even. U beschrijft het goed, alleen het gaat een beetje te breed. Omdat we nu springen van hoe u het hoorde, naar hoe u zich dat helemaal ging herinneren. Ik denk dat dat niet in dezelfde seconde gebeurde?

Nee, alleen ik vind het wel leuk om te zien wat er werkelijk gebeurd is en hoe dat chronologisch voor mij voorbijtrok. En: wat dat meisje ervan heeft gemaakt. Hoe ze dat uit zijn verband getrokken heeft.  Dat meisje heeft geïnterpreteerd wat er gebeurd is. 

Laten we even teruggaan naar dat u gebeld werd door uw directeur. Die vroeg kom even langs op school, dan gaan we het erover hebben. Dat was in de kerstvakantie.

Ja, dat was de dag na de kerstvakantie. Nu komt er een heel cruciaal stuk. Daarom is eigenlijk alles misgegaan. Vrijdagmiddag voor de kerstvakantie. Had dat meisje drama-les. Ze kletste met die vriendin en die zei: “Dan heb je weer les van die muziekdocent die jou aanraakte.” De dramadocente ving dat op. En reageerde: “Hoho, wat zeg je nu?”

Op het moment dat die dramadocent dat vraagt. Moet dat meisje dat concreet gaan maken. Ze heeft gezegd: “Hij liep naar mij toe.” Hij ging voor me staan en zei: dat voel ik en dat zie ik. En toen raakte hij mijn borst aan.”  

Een totaal uit zijn verband gerukte opmerking. Maar dat krijg je als je zo’n meisje ermee confronteert, dan moet ze er een concreet verhaal van gaan maken. En dan gaan ze er van alles bij verzinnen. 

Heftig. En wat gebeurde er daarna?

Op dat moment hebben ze dat meisje uit de klas gehaald. Dat andere meisje is mee geweest, ook een heel cruciaal moment. Dat vriendinnetje zat erbij en beaamde het een beetje. Maar bij haar verhoor bij de politie zei ze: “ik heb niet gehoord dat hij dat gezegd heeft.” Ze verklaarde ook: ‘Ik heb niet gezien dat hij opzettelijk naar haar toe is gelopen.” Dat was de getuige. Daarom heb ik twee jaar thuis gezeten.

Door de politie wordt ook wel gezegd dat je als direct betrokkenen niet twee mensen tegelijk moet bevragen.

Precies. Dat heeft mijn advocaat er op het eind ook ingegooid. Ze zei: het is heel bijzonder dat er een getuige bij zit, die het tijdens het gesprek een beetje beaamde. En als ze verhoord wordt zegt ze: “Ik heb het niet gehoord en niet echt gezien.” Dat was al heel vreemd.

En hoe heeft de school toen gereageerd?

Nou en daar gaat ie. De school heeft ze ondervraagd. Afdelingsleider erbij en de directeur. Weet je wat ze hadden moeten doen? Stap 1, dat is verplicht volgens de wet; de vertrouwenspersoon bellen. Op hetzelfde moment. Of die moet ze zelf hebben. En ze moeten theoretisch aangifte doen bij de politie. Dat zijn ze verplicht, of het nou waar is of niet.

Aangifte of een melding?

Nee, aangifte, zo heb ik het gelezen. Hadden ze dat maar gedaan. Een aangifte kun je binnen twee weken intrekken. Los daarvan, feitelijk hebben ze alles uit handen gegeven. Je kent de term hoor en wederhoor. Wat ze hadden moeten doen is: mij per direct bellen. Dan had ik kunnen zeggen “ik weet niet waar je het over hebt.”  

En hadden ze kunnen zeggen: de docent weet niet waar je het over hebt.” Niets. Weet je wat ze hebben gedaan? Ze hebben dat meisje naar huis gestuurd. Het is dan kerstvakantie. Met de boodschap: “Ga er maar met je ouders over praten thuis.” Nou, wat denk je wat er gebeurt als zo’n meisje dat thuis komt vertellen?

Die ouders zitten thuis, in de kerstvakantie, ze kunnen de school niet bereiken. Die ontploffen waarschijnlijk. Dus de school heeft het volledig uit handen gegeven. Als de school mij had gebeld en ik tegen dat meisje had gezegd: Ik weet niet waar je het over hebt, was het waarschijnlijk met een sisser afgelopen. Maar ze zijn met zijn allen gebiased helemaal op dat meisje gaan zitten.

Is er een standaardprocedure in het onderwijs die standaard gevolgd moet worden?

Het is middelbaar onderwijs. Wat ik gelezen heb moet er contact opgenomen worden met de vertrouwenspersoon. Dat is een algemene procedure vanuit de overheid. De vertrouwenspersoon moet de aangifte doen. De school heeft dat laten liggen. Dat meisje weggestuurd en gezegd ‘ga het maar met je ouders bespreken’. Ja. Wat verwacht je dan? Dan maak je zo’n domme fout. Dus wie stonden op 6 januari om 8 uur ’s ochtends op de stoep bij onze school? 

De ouders…

Precies. Toen was het kwaad al geschied, want die vader had aangifte gedaan.

Die was al bij de zedenpolitie geweest?

Die had al aangifte gedaan. Kijk, als er geen vakantie was geweest, had die ouder misschien eerst contact opgenomen met de school. Dan hadden we erover gepraat. Maar: daar komt nog iets bij, nog een fout van de school.  Ze zeiden: kunt u er niet met die docent over praten? In plaats van aangifte te doen?

“Ik wil niet met die man in 1 ruimte!”, zei de vader toen, “Dan sta ik niet voor de gevolgen in.” De school had moeten zeggen: “De docent krijgt van ons hoor en wederhoor.” De school moet achter de werknemer gaan staan.

Hoe lang werkte u daar al?

Dertien jaar. 

Dertien jaar. En voor de rest een prima reputatie?

Perfect. Nog nooit iets gebeurd. Maar de school heeft alle procedures met voeten getreden. Alles verkeerd gedaan. Wat zeiden ze toen ik binnenkwam: “Ja, wij weten niet wat de procedure hiervoor is.” ” Wat moeten we nu doen?” Ik moest alles zelf gaan regelen. Toen ben ik zelf een advocaat gaan regelen. Die school heeft alles fout gedaan en alles laten liggen. Dat is de reden dat ik 2 jaar later nog thuis zat. 

Ok, u wist dus te laat dat er aangifte was gedaan. Daar kon u niks meer tegen doen. U hoorde ook hoe het verlopen was. Ik kan me voorstellen dat u daar heel kwaad over was. Werd u toen op non actief gesteld?

Ik moest op non-actief, op last van de politie. Het erge was, de school liet ook bijna niks meer van zich horen. De school is bijna 2 jaar stil geweest. 

Kreeg u dat per brief te horen van de school dat u op non-actief moest? Een aangetekende brief?

Nee, gewoon mondeling op school. Ik kreeg wel een speciaal soort verlof. Ik kreeg wel doorbetaald.

In welke plaats was dit? Mag ik dat noemen?

Ja hoor, dat was in Amsterdam, op een lyceum. Het Parool heeft kortgeleden nog een artikel gepubliceerd dat docenten sinds #MeToo een beetje angstig worden. Die durven bijna niks meer te doen. Met de gedachte: ‘bij het minste of geringste ben ik de lul.” Dat is een fenomeen aan het worden. 

U wist nu via school dat u beschuldigd was. Hebt u contact gehad met de ouders?

Nee, dat mocht natuurlijk niet. Ik mocht helemaal niks meer.

U had wel binnen enkele dagen een advocaat?

Ja, een strafrechtadvocaat gespecialiseerd in zedenzaken, die heb ik zelf geregeld, de school deed helemaal niks.

Wat vertelde die advocaat, wat moest u doen?

Eigenlijk viel er niks te doen. De rest van die twee jaar was alleen maar afwachten. Wachten tot ik een oproep kreeg bij de politie voor een verhoor. Nou, dat heb ik gedaan, daarna is het weer stil. Iedereen zat maar te wachten. De school zegt dat ze naar de politie hebben gebeld om te horen hoe het ervoor stond. Pas een week of drie, vier voor de zomervakantie belde de directrice. Haar verklaring dat ze nooit eerder had gebeld was: “Ik was je telefoonnummer kwijt.”

Right! Snap je wat ik bedoel? Die school liet het gewoon voor wat het was. En mensen op school dachten: Hé, waar is die Freddie toch?

Ok, dat zijn de feiten. Nu wil ik meer weten wat het met u heeft gedaan. Ik kan me voorstellen dat er een totale ontreddering was?

Het slaat in als een bom!

De ene dag bent u lekker aan het werk, de andere dag zit u opeens thuis.

Ja, maar met de gedachte van: ‘Het zal toch niet zo zijn dat ik beschuldigd word van iets wat ik niet gedaan heb en veroordeeld wordt voor het betasten van een minderjarige, vanuit een machtspositie als docent.’ Want dan houdt je leven gewoon op. Dan is het gewoon voorbij. Dan ben je voor de rest van je leven zedendelinquent. Terwijl ik niets heb misdaan.

We hebben vier keer seponering aangevraagd bij het Openbaar Ministerie, er is geen bewijs. De vraag aan de officier van justitie was: waarom zet je dit door?

De gedachte ‘het zal toch niet waar zijn dat ik veroordeeld wordt voor een zedendelict’ zat vanaf het eerste begin boven in uw gedachten van uw grootste angst.

Vanaf het eerste moment. Gewoon: PATS! In 1 keer. Je zit in de stress, in een Kafka-gevoel, dit kan niet waar zijn. Alles houdt op.

Hoe ging u daar mee om? Aan wie hebt u het als eerste verteld?

Ik ben naar mijn huisarts gegaan, heb antidepressiva gevraagd en kalmeringspillen. Daar ben ik mee begonnen.

Vroeg hij ook waarom?

Ja. Dat heb ik gewoon verteld. Ik bedoel, je kan geen kant meer op. Je kunt helemaal niets meer. Je wilt ingrijpen, maar dat kan niet.

En thuis?

Ja, hetzelfde verhaal, die zitten er ook mee.

Bent u getrouwd?

Ja, en ik heb twee zoons. Die schrikken er ook gigantisch van. En die zien hun vader, hoe dat uitwerkt. Dat raakt hen ook. Heel erg. Dat is gewoon dramatisch. Je hele leven wordt gewoon afgepakt. Nog steeds, ik heb niets misdaan he? Helemaal niets.

Zat u ook te twijfelen of u het direct zou vertellen?

Nee. Zo zit ik niet in elkaar.

Ik kan me ook voorstellen dat iemand zo rot schrikt en zo overdonderd raakt bij een valse beschuldiging, en dan om zelf niet om te vallen, dat eerst een paar dagen voor zichzelf op orde moeten krijgen.

Ja, precies. Ik begrijp wat je bedoelt. Er is een aangifte gedaan van iets wat niet gebeurd is. Maar het levert wel stress op, want je bent machteloos. Je moet thuis zitten, je mag met niemand contact opnemen. Dan houdt alles gewoon op.

© interview door Egbert Born, september 2022, Amsterdam.

Dit is het 1e deel van het interview met muziekdocent Freddie. Het werd gepubliceerd op 12 oktober 2022. In de komende week verschijnen de delen 2, 3 en vier op de website van Platform Potifar.

Bent u ook vals beschuldigd en wilt u erover vertellen? Stuur dan een mail naar [email protected]. Bellen mag ook, zie de contactpagina. Wij luisteren wel naar u. U bent het niet alleen.