Terug naar de hel, interview met Rob Kok over valse beschuldiging incest en kindermoord
“Terug naar de hel”, interview met Rob Kok over valse beschuldiging incest en kindermoord
Op zondagavond 26 juni 2000 veranderde het leven van de Noord-Hollandse Rob Kok en zijn broers voorgoed. De NCRV zond de documentaire ‘Verborgen moeders’ uit. Daarin beschuldigde zijn zus hem, zijn vader en broers van incest en de moord en handel in de baby’s, geboren na de zwangerschap door dit misbruik. Een volkomen verzonnen beschuldiging, en zonder dat de familie om een weerwoord was gevraagd of ingelicht over de uitzending. Na ruim twintig jaar blikt Potifar terug met Rob Kok op deze heftige beschuldiging en de jarenlange juridische strijd die volgde.
De documentaire heette ‘Verborgen Moeders’. Hoe kwam die tot stand?
De documentairemaker Ton Verheul zocht bij het FIOM vrouwen die misbruik hadden meegemaakt waar ze zwanger van waren geraakt. Dat werden twee delen. De eerste heette ‘De zaak is van God.’ Dat ging over een domineesdochter. De tweede aflevering, met mijn zus heette ‘Terug naar de hel’. Die tweede, dat was op die 26 juni. Nee, wij wisten van niks.
Ergens las ik in interviews dat jullie wel een vermoeden hadden dat je zus op TV zou komen.
Ja, dat was eigenlijk pas op de dag van de uitzending. Een broer van mij had een voorstukje gezien. Hij hoorde de stem en dacht van ‘dat lijkt toch wel mijn zus…’.
Hadden jullie toen nog contact met haar?
Nee, al jaren niet meer, de contacten waren vanuit haar kant helemaal verbroken. Wij geloofden niet in haar verhaal en daarna ben je niet meer in tel. Dus het was voor ons een complete verrassing wat er toen ging gebeuren. De uitzending was zondagavond om iets van kwart over tien, een uitzending van zeker drie kwartier. De rest van de familie zat gewoon allemaal in zijn eigen huis te kijken. Mijn moeder zat alleen thuis, mijn vader was al in 1996 overleden. In het begin van de uitzending was alles geanonimiseerd, maar op het eind kwam mijn zus wel zelf in beeld. Dat was een schok. Een schokkend verhaal.
Hoe bracht ze het?
Ze vertelde dat ze in haar jeugd, tussen haar 12e en 16e vier keer zwanger was geraakt. Waarvan ze vijf kinderen had gekregen. Door haar vader en broers. En van die vijf kinderen waren er drie geofferd. Verbrand. Een was verkocht. En eentje was een vroeg geboorte wat niet levensvatbaar was. Dat zou in de vuilnisbak zijn gedeponeerd. Later heeft ze dat aantal opgehoogd naar zes, ze heeft samen met het FIOM een boekje gemaakt ‘aan het licht’. Toen zou het gaan om 2 tweelingen. Die waren verkocht. Het kwam er eigenlijk op neer dat er kinderhandel was vanuit ons huis.
Met hoeveel waren jullie thuis?
Wij waren met acht kinderen. Wat heel moeilijk is: de documentaire was heel smerig opgezet. Er werden niet echt namen genoemd. Alleen in de vooraankondiging is mijn vader wel echt genoemd. Dat ging ongeveer zo “het onwaarschijnlijke verhaal van een vrouw die door haar vader zwanger is gemaakt en het kind op zijn verzoek moest doden.”
Twintig jaar terug in de tijd, in 2000, bestonden geen smartphones, geen Facebook, weinig internet. Het ging niet zoals nu dat je bij heftige gebeurtenissen appjes krijgt van je vrienden…
Nee, dat was allemaal heel anders. Even rekenen, ik ben nu 66, dus ik was toen 44 jaar oud. Ik had een gezin en kinderen, die waren een jaar of zes, zeven.
De valse beschuldiging zelf is eigenlijk zo gruwelijk, ik kan me voorstellen als je dat zo je zus hoort vertellen op televisie, dat je niet eens kan bevatten wat er beweerd wordt. Dat moet heel onwerkelijk zijn. Kunt u zich nog herinneren hoe u zich voelde?
Ja. Het dringt eerst niet echt tot je door. Je hebt iets van “he? Is dat mijn zus? Die is wel bizar geworden.’ Het is zowat niet te bevatten. Mijn moeder zei eerst zelfs, ‘oh gelukkig, dat kan niet Annemarie zijn.’ Dat was toen ze nog niet in beeld was.
Want die heeft geen kinderen gehad….
Nee, mijn zus heeft nooit kinderen gehad. Maar toen ze in beeld kwam, was het de grootste schok uit het leven van mijn moeder. En mijn vader was al dood, die was vier jaar eerder overleden. Alle broers en zussen leefden vlak bij elkaar verspreid over een paar dorpen, vlakbij Bovenkarspel, waar mijn moeder toen woonde. Er is toen wel direct onderling contact gezocht en hebben we afgesproken de volgende avond bij elkaar te komen. Voor een familieberaad. Evengoed, we waren verbouwereerd, zijn we overdag gewoon naar ons werk gegaan.
Toen kwam u op uw werk, wat gebeurde daar?
Nou, niet iedereen had het gezien he? Je bent op een bepaalde manier verdoofd. Ik werd er door niemand op aangesproken. Nee. Maar: we zaten toen ook met een voetbaltoernooi. Ik weet niet meer er een Europees of Wereld Kampioenschap was. Met de buurt hier waren we heel close. Ik heb die week al mijn buren bij elkaar geroepen. Ik zei: “Ik wil jullie even wat laten zien. Dat vind ik wel belangrijk. ” Ja, ik ben geen schijterd. Ze wisten wel wat, omdat we voor die documentaire al veel over ons heen hadden gehad, maar dit hadden wij ook niet verwacht. Dus ze hebben de documentaire gezien en ik heb gezegd: “Kijk, dat is mijn zus.” Ik vond dat zelf de beste manier.
Uw kinderen waren klein en moesten gewoon naar school. Was u bezorgd of die daar iets vervelends over te horen kregen?
Nee. Ik weet niet precies hoe ik dat moet zien. Ik was er misschien niet zo bang voor omdat het alleen herkend zou kunnen worden door iemand die mijn zus kende. In het dorp waar mijn moeder woonde was mijn zus wel bekend, daar was ze naar school gegaan en had in een winkel gewerkt. Daar waren wel mensen die het wisten. Na de documentaire kon iedereen reageren op een webpagina van de NCRV. Wij hadden een provisorische internetaansluiting via de buren. Ik was een beetje een laatbloeier met dat soort dingen, maar ik ben toen heel veel gaan leren.
U hebt al verteld dat deze beschuldiging een voorgeschiedenis had. Ik kwam tegen in een internetartikel dat ze eerder al een beschuldiging had gedaan dat er incest met haar was gepleegd?
Ja, een flinke voorgeschiedenis. De documentaire was in 2000, maar mijn zus begon begin jaren ‘90 met raar gedrag, er gebeurde wat, wat niet helemaal te rijmen was. Ze was veel ziek, ze had de ziekte van Pfeiffer, en een vermoeidheidsziekte gehad. Ze zat een hele tijd daarmee te sukkelen en kon het in de reguliere gezondheidszorg niet vinden.
Toen is ze in het alternatieve circuit terechtgekomen. Toen is het een hele reis geweest: van reiki en auralezers, allemaal van die alternatieve dingen. Ze kwam terecht in Friesland bij een therapeut die haptonomie deed. Daar zijn we pas later achter gekomen. Ze heeft daar zes jaar onder behandeling gezeten. Eind jaren negentig ging ze daar weg. En kwam in contact met Ton Verheul, een documentairemaker, ook voor de NCRV. Die werkte samen met het FIOM (Federatie van Instellingen voor de Ongehuwde Moeder). Daar werd een gespreksgroep opgericht voor vrouw die zeggen dat ze door misbruik, dus incest, zwanger zijn geraakt.
Ik heb al die brieven nog, waarin ze die beschuldigingen deed. Vooral richting mijn vader. Maar er is nog een oudere geschiedenis aan vooraf gegaan. In onze familiegeschiedenis. Mijn opa heeft in het verleden zitten knoeien met een paar nichtjes. Dat verhaal is voor mijn zus een aanknopingspunt geweest van ‘zie je wel dat het bij ons hartstikke mis is!’. Maar mijn vader heeft samen met een broer van hem, dat was ergens in de jaren vijftig, zelf mijn opa aangegeven bij de politie.
U vertelde dat u aangesloten was bij een werkgroep ‘fictieve herinneringen’ op het moment van de documentaire. Waarom?
Omdat er al zoveel gebeurd was in die brieven, ben ik daar in 1996 bij gegaan. Ik ben gaan spitten. Want in die brieven zei ze dat ze al op 2 jarige leeftijd bij opa op schoot zat en dat die dingen had gedaan. En dat mijn vader dat had gezien. Alleen maar had toegekeken en zijn hoofd had afgewend. Dat staat dan gewoon in brieven he?
Mijn gedachte was: als mijn vader vroeger de verantwoording heeft genomen in die situatie met die nichtjes. Opa is toen ook weg geweest. Hij is gecastreerd. Hij was al op een leeftijd dat hij de weg al een beetje kwijt aan het raken was. Dat kan ik niet helemaal verifiëren. In Medemblik had je toen een soort gesticht. Ik weet niet of dat van invloed is geweest.
Hebben uw ouders op enig moment verteld dat die beschuldiging door uw zus speelde?
Eerst niet. Toen het achter de rug was met opa hebben ze waarschijnlijk eerst gedacht: het is erg genoeg geweest. Maar toen die brieven kwamen van mijn zus hebben toch openheid van zaken gegeven. Haar ‘herinneringen’, op tweejarige leeftijd… dat is wel heel sterk hoor… Ik heb altijd gezegd: ‘de misstappen van opa, daar hebben wij mee te maken gekregen.
Jullie hoorden het pas later, maar in het dorp waren waarschijnlijk wel mensen die wisten van het misbruik van uw opa?
Als kind zijn wij er nooit op aangesproken. Door niemand. Mijn zus heeft dat hele verhaal opgeblazen. Ze zei dat ze er krantenartikelen op had nageslagen. En beweerde toen “Opa heeft niet voor niets vijf jaar vast gezeten.” In werkelijkheid was hij een half jaar in een kliniek.
In feite was jullie situatie op de avond van de documentaire dus anders, dan bij veel mannen die opeens te horen krijgen dat ze vals beschuldigd zijn. Voor hen is het een grote schok. Maar bij jullie was er al die voorgeschiedenis van al die verhalen. Dat maakte de schrik anders?
In feite wist ik al jaren, al vanaf 1994, dat ze mij beschuldigde van misbruik. Dat stond in die brieven. En nog een broer van me. Zelfs mijn oudste broer, die naar een school voor missionarissen was gegaan in het zuiden van het land, afgestudeerd theoloog, werd op enig moment beschuldigd. Die was bijna nooit thuis, maar hem werd toch bij een sessie met een therapeut gevraagd toe te geven dat hij ook iets met haar had gedaan.
Werd u ook ontzettend kwaad?
Ik denk dat mijn zus van het hele gezin, het meeste last heeft gehad van mij. Ik zat er bovenop. Ik heb haar eens een brief gestuurd met informatie van die werkgroep ‘fictieve herinneringen’. Met een simpele tekst “Lees – dit – ook- eens.” Dat kwam linea recta terug, dat werd niet gelezen.
Ik had er niet om gevraagd. Ik werd neergezet als ‘een ontkenner’. Daders ontkennen altijd zeggen ze. Dat is op zich ook niet waar. Je krijgt geen kans meer. Ik heb het geprobeerd. Op een bepaald moment kreeg ik ook allerlei brieven van advocaten van haar dat ik haar met rust moest laten. En haar therapeut maakte ervan dat ik haar bedreigde.
De documentaire was wel de overtreffende trap. Jullie werden niet alleen beschuldigd van misbruik, ook van moord. Is de politie op enig moment langs geweest? Omdat jullie zelf al dachten, moeten wij hier iets van vinden?
Nee. Dat zei onze advocaat, Chris Veraart: “Op televisie wordt gesproken over moord. De NCRV had met Tom Verheul toen dit aan het licht kwam moeten zeggen: “we moeten naar de politie stappen. Want hier is meer aan de hand”. Dat is nooit gedaan.
Zijn jullie zelf naar de politie gegaan?
Eerst zijn we met de familie bij elkaar geweest. In een sfeer van grote verslagenheid. Dan moet je kijken ‘wat ga je doen?’. Mijn familie was wat terughoudender dan ik. In deze zaak heb ik gezegd: “Jongens, we kunnen dit niet over onze kant laten gaan. Er is nu een grens bereikt.” Tot dat moment konden we niets, omdat er nooit aangifte tegen ons werd gedaan. Ik ben op het spoor gezet van zedenadvocaat Chris Veraart. We konden pas anderhalve maand later langs komen. In Alkmaar. Ik had hem al wel stukken gestuurd.
Vanuit mijn herinnering waren in die tijd beschuldigingen van incest veel meer in het nieuws dan nu.
Ja. Er is een hele hausse geweest. Je had de Eper incestzaak. En de Bolderkaraffaire. En de zaak Lancé. Een politiecommandant op Schiermonnikoog die ’s nachts met helikopters van zijn bed werd gelicht na een valse beschuldiging van incest door zijn dochter. Dat was in 1998. Bij de EO had je ook allerlei programma’s zoals over satanisch misbruik dat was uit Amerika over komen waaien.
In de dagen erna kwam de publiciteit, zoals een artikel van Maarten Huygen in NRC met de titel ‘baby’tjes slachten’.
Ja, die was heel kritisch. Ik heb hem toen benaderd en gezegd: ‘het is wel een goed artikel maar… ik weet over wie het gaat. Dat was voor hem reden er nog een artikel aan te wijden.
Dat zag ik ook. Hij citeert ook over u: “… haar broer Rob Kok wordt erop aangesproken. Sinds de uitzending zie ik molentjes, zegt hij geëmotioneerd.”
Het zit wel in je hoofd. Ik was al jaren bezig met dit probleem. Alleen nu was het helemaal ontploft en de wereld ingegaan.
Wat raakte u het meest?
De waanzin van het verhaal. Het werd steeds ongeloofwaardiger. En dat mijn moeder hier verschrikkelijk onder leed. Dat was de druppel. Vanaf toen werd het een hard spel. Ik heb wel eens gedacht dat jaloezie een rol speelde. Veel van mijn broers kregen toen allemaal kinderen in die jaren. En mijn zus was kinderloos.
Als dat moordverhaal er niet bij was gekomen, maar het was gebleven bij aantijgingen van aanrakingen, dan kan de omgeving je gaan zien als ‘iemand die zijn handen niet thuis kan houden’. Maar als het om kinderen gaat, dan komen er andere gevoelens bij. Had u dat ook?
Zeker. Die vraag werd me ook gesteld toen ik samen met Chris Veraart bij de talkshow van Catherine Keijl was. Ik zei: “Ik woon in een hele kinderrijke buurt. Bij mooi weer speelt iedereen buiten en zitten we op de stoep. Maar als ik even binnen zat en zij kwamen ook, dan was mijn aanpak ‘of ik naar buiten, of allemaal naar buiten.’ Dat is het gevoel dat je er aan overhoudt. Met wat er nu gaande is in de maatschappij wordt het nog veel erger. Mannen worden vogelvrij.
Ik had altijd al een beschermingsmechanisme. Zo van: ‘als mijn dochter onder de douche staat, dan heb ik daar niks te zoeken.’ Dat was toen. Mijn vrouw is kortgeleden overleden. De week daarna stond mijn dochter hier aan huis met mijn kleindochter en die vroeg: “Opa, kan ik hier slapen?” De kist met mijn overleden vrouw stond nog in de kamer. Ik had een aparte slaapkamer voor de kleinkinderen. Maar toen vroeg ze: “Opa, mag ik bij jou in bed slapen?” Dat heb ik toen wel gedaan, maar dat is een hele stap voor me geweest. En dat is meer dan twintig jaar later dan die uitzending. Je gaat nadenken, is dit wel normaal? Maar ik vond de situatie er toen wel naar. Met de emoties rond het overlijden van haar oma. Toch, je maakt jezelf wel heel kwetsbaar. Omdat dan ook weer de valse beschuldiging naar mijn vader door mijn hoofd speelde.
Hebt u zelf actief de media benaderd?
Ik had wel wat contacten, maar Chris Veraart had er veel meer. Hij zei ook: “Jullie zijn in de media geslacht. Dan is de enige weg: via diezelfde media terugslaan.” De media sprongen er zelf ook op. Onze advocaat Veraart werd benaderd door kranten en TV. Dan belde Chris mij op: wil jij meedoen? Dan zei ik: “A la minute. Want het is genoeg geweest.” Voor ons kon het al niet meer erger.
Ik ben het helemaal gaan onderzoeken. Er zat een hele groep meiden bij dezelfde therapeut als mijn zus. Een van die meiden had ook gezegd dat ze drie kinderen had gehad door misbruik. Dat huwelijk is ook helemaal naar de knoppen gegaan. En zo liepen er nog een paar bij die therapeut, ze namen gewoon de verhalen van elkaar over. Ik heb die therapeut flink aangepakt. Zijn praktijk is er niet meer.
Wat was de volgende stap van jullie advocaat?
Na zes weken zijn we naar Hilversum gegaan om aangifte te doen tegen de NCRV. Dat was de tactiek van Chris omdat daar het domicilie van de NCRV was. Pas later hebben we ook aangifte tegen mijn zus gedaan. Ergens is zij ook slachtoffer. Dat heeft me heel veel tijd gekost om dat te accepteren.
Toch kreeg zij een jaar later opnieuw een podium in Trouw met een groot opinieartikel…
Ja. De Volkskrant schreef er over, dan werd haar verhaal ook gevraagd. Als hoor en wederhoor. Ik dacht dat ze door Trouw ook was gevraagd als reactie op eerdere artikelen. Zij is bij de rechtszaak wegens smaad en laster ergens nog uit de wind gehouden, omdat we ons vooral richten op de rol van de journalist en de NCRV. Achteraf had dat wel steviger gekund. De juridische strijd had veel korter kunnen zijn, maar de NCRV heeft heel erg dwars gelegen.
Op enig moment werden uw kinderen ook ouder, daar moest u het ook een keer mee bespreken, hoe ging dat?
Dat begon een keer toen ik weer eens naar de televisie ging. Alle details uitleggen, dat heeft niet zoveel zin. Maar ze weten alles precies. Na de uitzending kregen we contact met 1 ouder echtpaar, uit een dorp in de buurt. Die liepen al tegen de tachtig, toen ze vals beschuldigd werden door hun dochter van vijftig. Het is heel bijzonder, je ontmoet mannen die vals beschuldig worden nagenoeg niet. Alsof ze er niet zijn, maar ze zijn er natuurlijk wel. Ik denk dat heel veel mensen, die met dezelfde situatie als ons zaten in stilte lijden. Omdat ze niet de moed hebben naar buiten te komen. In die zin was de documentaire een zegen voor ons, want het lag toch al in buitenwereld. Er viel niets meer te verbergen.
Hoe ging dat met jullie advocatenkosten? Dat is toch erg duur als een zaak lang duurt?
Ja, dat is ook heel veel toverwerk geweest af en toe… We hadden het geluk dat mijn moeder het huis had verkocht, nadat mijn vader was overleden. Dus er waren wel wat centen. En met de broers en zussen zamelden we geld in. Dus het was wel betaalbaar, maar ik heb er wel nachtmerries van gehad. De zaak met de NCRV is uiteindelijk niet tot een rechtszaak gekomen, dat is een schikking geworden. Ze moesten wel erkennen dat ze fout zaten. Zij hebben toen alle advocatenkosten van ons op zich genomen. En een schadevergoeding. En alles wat ik aan extra kosten had moeten maken, vrije dagen, aanschaf van een fax, al die dingen.
Die schadevergoeding konden we weer gebruiken om de therapeut te dagvaarden. Dat liep via een ander groot advocatenkantoor. Dan wordt je niet blij als je een rekening van tienduizend euro krijgt. Alles bij elkaar was het wel 45 duizend euro. Links en rechts kregen we ook wel eens geld van mensen die ons steunden. Ik had op band staan dat hij bij mijn ouders zat waarin hij zei dat wij dat misbruik hadden gepleegd.
Toen u vijftig was, tien jaar later, was de juridische afwikkeling eigenlijk nog steeds niet klaar. Werd u het niet een keer helemaal zat?
Die tijd met Chris Veraart, dat klinkt misschien heel gek, maar dat was voor mij ook heel leerzaam. Om zo’n periode met een advocaat mee te maken. Ook toen hij zelf aangeklaagd werd. En we hadden een hele goede band. Het was gewoon een mens. Een echt mens. Ik ging ook overal met hem naartoe. Hij zat in een rolstoel, hij had multiple sclerose. Dus ik was heel vaak zijn chauffeur.
Wat is het beste advies wat u kan geven over advocaten aan mannen die nu in de situatie zitten dat ze vals beschuldigd zijn?
Je moet een gespecialiseerde advocaat zoeken die veel weet van valse beschuldigingen in zedenzaken.
Heeft uw vrouw wel eens gezegd ‘hou er toch mee op’?
Ik heb dat heel erg gescheiden houden. Ze was wel heel betrokken, maar ik deed het meeste op een eigen kamer in huis, waar ik alle stukken bewaarde en het werk deed wat nodig was. Ze ging ook wel mee naar dingen, ze stond helemaal achter me. Ze had ook die veranderingen met mijn zus meegemaakt. Toch voelde het ook wel eens een eenzame strijd. Je moet het toch allemaal zelf doen. Maar ik ben wel een strijder, dus ik had er geen moeite mee.
Hoe is het om na zoveel jaren, na 22 jaar dit verhaal zo weer eens te vertellen? Ik kom hier gewoon even binnenvallen op een middag. We hadden wel afgesproken, maar…
Het is nooit uit mijn leven geweest. Een valse beschuldiging is iets wat voor altijd aan je leven hangt. Misschien bij mij nog meer omdat ik er altijd mee bezig ben geweest. En dan is mijn zus in de laatste jaren er nog wel eens mee op TV geweest. Het houdt niet op.