Interview Monique deel 2

In juli 2022 interviewden we Monique Meulemans, schrijfster van het boek ‘Emotioneel gevangen’. Dat gaat over ouderverstoting. In deel 1 vertelde mevrouw Meulemans over de valse beschuldiging tegen haar partner Frans, in de Bredase zedenzaak. Vandaag deel 2: over het gebrek aan aandacht bij politie en OM voor de mogelijkheid van valse aangeefsters en de onwil om dat te onderzoeken.

Ik heb jullie leren kennen, omdat je een website hebt gehad, gevolgenvanvalseaangifte.nl, Dus zodoende hebt u ook veel verhalen van andere mannen gehoord. Ziet u in de loop van de jaren enige verbetering in hoe politie en Openbaar Ministerie met valse beschuldigingen omgaan?

Nee.

… dat er ook meer oog komt vanuit de politie en justitie van ‘hé, wat doen wij die mannen aan? Moeten wij die vrouwen ook niet eens onder de lat leggen ‘wat u vertelt dat is niet in orde’.

Nee. Nauwelijks. Er is eigenlijk, ik durf wel te zeggen, niks veranderd. Het hangt ook heel erg af van welke politiefunctionaris je daar toevallig treft. Maar binnen het hele politieapparaat is daar onvoldoende oog voor en te weinig kennis over. Zeker als er ook persoonlijkheidsproblematiek speelt, waar we het net over hadden, dan moet je toch daar wel voor opgeleid zijn. Om dat te kunnen herkennen, dat is wel een dingetje.

Het afgelopen jaar heb ik een aantal malen contact gehad met het ministerie van Justitie en Veiligheid. Ook vragen gesteld over dit onderwerp. Die schetsen dan toch een heel positief beeld: ‘de opleiding wordt steeds beter’ en ‘in de opleiding wordt ook aandacht besteed aan de mogelijkheid van een valse beschuldiging’. Echter, als je dan vraagt: ‘Als er aangifte gedaan wordt van valse aangifte van een zedendelict, wie onderzoekt dat dan? ‘Doet de zedenpolitie dat?’
Dan krijg je het antwoord: “Nee, die onderzoeken dat niet, want dat is geen zedenzaak.” Dus wat ze er ook over leren, daar doen ze niks meer mee in de praktijk en degenen die het dan zouden moeten onderzoeken zijn daar niet voor opgeleid.

Klopt.

Hoe kijkt u daarnaar?

Ik herken wat u zegt. De politie en ook het Openbaar Ministerie, dat herken ik van ruim tien jaar geleden. Ze schetsen een heel mooi beeld. Ik kan zeggen dat naar aanleiding van die zaak bepaalde protocollen en werkwijzen zijn aangepast bij de politie op basis van zijn zaak. Maar in de praktijk hoor en zie je nog steeds dat er nog nauwelijks iets veranderd is.

Wat bij de politie heel vaak gebeurt: dit soort aangiften gebeurt heel vaak in het kader van een scheiding. Dan wordt er heel snel gezegd ‘Oh, maar dat is een civiele zaak. Ga maar naar je advocaat.’ Terwijl de politie dat gewoon moet onderzoeken, zeker als er aangifte gedaan wordt. Dat is de praktijk.

Dus, wordt het heel snel juridisch ingekaderd?

In plaats van het te onderzoeken en inderdaad te gaan kijken: wat speelt er nou eigenlijk? Wordt het weggeschoven. Ook onder druk van te weinig capaciteit. Dat hoor ik ook al die jaren dat ik hierbij betrokken ben. Dat wordt steeds weer opgevoerd.

Hebt u ook gehoord of er bij het begin van een beschuldiging een toetsing is bij de politie om vast te stellen of die beschuldiging vals is?

Daar weet ik onvoldoende van.

Op het moment van de vermeende aanranding of verkrachting is heel vaak niemand bij, dus dat kan sowieso niemand vaststellen. Of dat waar is. Tenzij er videomateriaal is. Echter, er wordt vaak een heel verhaal omheen gebreid. In dat verhaal eromheen kunnen wel zaken zitten die niet specifiek gericht zijn op het delict maar wel een detaillering die te controleren is. Waarmee je zou kunnen toetsen of iets een betrouwbaar verhaal is.

Ik denk dat die toetsingsmogelijkheden er zeker zijn. Wat ik heel opvallend vind in deze materie is dat op het moment dat de LEBZ erbij betrokken raakt, dat kan alleen op verzoek van een officier van justitie, de LEBZ wel in staat is die dingen goed te onderzoeken. En vast te stellen of er daadwerkelijk sprake is van een valse aangifte of niet. Dat blijf ik toch bijzonder vinden. Dan zou de politie dat ook moeten kunnen.

U hebt het gevoel dat er bij de Landelijke Expertisegroep veel meer kennis en kunde is…

Veel meer kennis. Het kan dus wel. Terwijl de LEBZ zelfs een onderdeel van de politie is. Dan zou je toch ook die politiemensen moeten opleiden om dat ook aan de poort vast te stellen, precies wat je zegt. In het beginstadium. De mannen die dit overkomt gaan een lijdensweg in en die komen daar eigenlijk nooit meer uit. Ook als er vrijspraak is.

Het duurt vaak veel te lang en op het moment dat er aangifte gedaan is en de politie gaat het onderzoeken, en er zijn kinderen bij, dan wordt er voor die kinderen ook onmiddellijk een contactverbod ingesteld. En dat die vader zijn kinderen niet meer mag zien. Terwijl nog helemaal niet is vastgesteld of die aangiftes wel terecht zijn.

Dan is er al zoveel leed gecreëerd. De aangeefster gaat dat dan rondvertellen. Dat krijg je nooit meer rechtgebreid.

Ik kan me voorstellen dat wanneer je hoort ‘ik word beschuldigd van een zedendelict’ en je weet dat het niet klopt. Dat dat een situatie van ongeloof oplevert, zo van ‘wat kan er nou gezegd zijn, want ik heb niks gedaan’. Ziet u daar ook verschillende onderdelen in, fases hoe dat inwerkt op de emoties?

Ja. Wat je ziet is dat op het moment dat er aangifte gedaan is en de politie zegt onderzoek in te stellen. Dan wordt er een contactverbod opgelegd. Je ziet in de praktijk dat die onderzoeken heel erg lang duren, soms wel een jaar en soms nog langer. Ook weer door wat voor oorzaak dan ook. Ik heb het idee dat het vaak gewoon op de plank blijft liggen. Ik ken ook zaken waar vaders zelfs in de gevangenis zaten in afwachting van dat onderzoek.

Je kan je voorstellen, als dat een jaar duurt of al is het maar een aantal maanden: die aangeefster zit niet stil. Dat wordt rondverteld, die man heeft geen idee waar hij aan toe is. Die weet net wat hem overkomt, die krijgt zijn kinderen niet meer te zien. Komt ook niet meer in contact met de ex.

Dat laatste wordt misschien ook afgeraden door de advocaat?

Precies. Daar komen allerlei partijen bij die zich er mee gaan bemoeien en je ziet zo’n zaak volledig escaleren. Dat is niet een uitzondering. Dat is eerder de regel.

Hoe is dat dan na afloop? Aan de ene kant denk je van ‘dan ben je vrij, je bent vrijgesproken’.

Na afloop verandert er niet zoveel.

Hoe kan dat dan?

Omdat er dan al zoveel misgegaan is, en die vader ook, als er kinderen bij betrokken zijn, gaan mensen dan toch denken, waar rook is, daar is vuur. Vaak weten ze helemaal niet dat dat contactverbod wordt opgelegd door de politie in het kader van zo’n onderzoek. En dan zie je: mensen zeggen: “hij mag ook zijn kinderen niet zien, dus er zal wel iets aan de hand zijn.”

“Anders zouden ze dat niet doen…”

Precies. Er gaan allemaal indianenverhalen rond, dat krijg jij gewoon niet meer rechtgesproken als beschuldigde.

U hebt daar ook een zin over opgeschreven die me wel raakte: Nu heb je de organisatie Veilig Thuis, dat heette toen anders, AMK. Ik citeer dat even, dit zegt Frans: “Ik deed een melding bij Veilig Thuis, (en dan noemt hij de naam van de moeder) en mijn vermoedens van ouderverstoting. Daar kreeg ik te horen dat ze met de zorgen van een vader niets konden: ‘Het AMK kan op basis van de informatie die de vader geeft nu geen melding aannemen. Vader heeft te weinig zicht op de kinderen’.

Dit zijn standaarddingen die je dan als vader te horen krijgt…

Ik heb het gevoel dat dit wel de kern van het probleem raakt: de beschuldiging richting de man wordt heel serieus genomen. Als alles nog lang niet vaststaat, dendert die trein maar door. Maar als een man tegenargumenten aandraagt wordt gedaan alsof daar niets mee aan te vangen is. Wat ziet u dan als oorzaak dat mannen niet serieus genomen worden als ze die zorgen uiten?

Ik denk dat er in Nederland nog heel vaak, en ook in andere landen, dat beeld heerst van dat dit valt onder ‘huiselijk geweld’ en daar het beeld heerst ‘man slaat vrouw’. Dus: de man is agressief en de vrouw is het slachtoffer. Zo wordt er door heel veel instanties, politie, jeugdbescherming, vaak ook rechters, onbewust, dat zijn van die stereotypen die heel erg ingesleten zijn in een cultuur.

Vanuit die gedachte wordt er naar zo’n zaak gekeken. Er wordt niet gekeken ‘klopt dit allemaal wel, is die man wel agressief’. Dat beeld ‘man slaat vrouw’ overheerst.

Dat is dan ook een beeld wat door henzelf in stand wordt gehouden. U zegt ‘vrouwen worden in de praktijk niet vervolgd’. Dat leidt bij het grote publiek tot de gedachte ‘vrouwen doen niks fout’, omdat ze er nooit iets over lezen. Maar als je kijkt naar de cijfers van vorig jaar. Van het aantal zaken van aanranding en verkrachting die voor een rechtbank zijn gekomen is 18 procent met vrijspraak geëindigd. Twee maal zo hoog als gemiddeld in strafzaken

Dan denk ik bij mezelf: als een bakker zijn broodjes in de vitrine legt. En 18 procent is niet goed. Dan is zijn winkelnering snel klaar. Zowel zedenpolitie als het Openbaar Ministerie moeten op de ernst van zo’n beschuldiging toch zicht hebben. Dat kan toch niet waar zijn dat ze de houding hebben van ‘tja, we zaten er in 18 procent naast, so be it.’ Dat kan toch niet?

Nee. Om dan terug te komen op aangiftes die gedaan worden tegen die aangeefsters, die worden nooit onderzocht. Ik durf wel te zeggen nooit. Ik weet nog in de tijd van na de vrijspraak van Frans, zijn zaak is nog een aantal malen in de media geweest. Er zou toen een artikel verschijnen in het Volkskrant Magazine. Een interview met hem. In die tijd was er een zedenofficier, Eva Kwakman, zij was landelijk zedenofficier. Zij kwam in de media met de uitspraak ‘vanaf nu worden alle vrouwen die een valse aangifte hebben gedaan vervolgd’.

Zij is denk ik ongelooflijk teruggefloten door meerderen. Want we hebben er nooit meer iets van gehoord en het is ook nooit veranderd. Het is niet gebeurd. Nog steeds worden die zaken niet onderzocht. En niet vervolgd.

In je boek zeg je ook dat je bij een valse beschuldiging aan het begin staat van een doolhof waar geen einde aan komt. Dan heb ik het over de man. Je moet omgaan met de advocaten, met de politie, je baan kan je kwijtraken. Omgangsregelingen met kinderen stoppen. Allemaal ‘in afwachting van het onderzoek’. Het komt over alsof die man geen schijn van kans heeft.

Ja, klopt.

Wat zou er moeten gebeuren om dat te veranderen?

Ik denk dat dat begint aan de poort. Die aangiftes moeten serieus genomen worden. Maar er moet gekeken worden ‘zijn die terecht of zijn die vals’. Je moet ook niet gelijk dat contactverbod instellen. Ik snap best dat je voorzichtig wilt zijn als er een aangifte ligt. Maar je kunt dat ook onder begeleiding doen. Dat je wel contact houdt, maar zorgt dat er iemand bij is van Jeugdzorg of iets dergelijks. Maar meestal wordt er helemaal geen contact mogelijk. Dat is funest.

Ook even los van wat er met die vader gebeurt. Die kinderen moeten ook leven met dat feit. Vaak zitten die vaders in de gevangenis in voorarrest. En reken maar dat de valse aangeefster die kinderen betrekt bij dit soort zaken. Dat is ook onderdeel van het probleem ouderverstoting. Dat zouden ook die professionals moeten weten, dat als er sprake is van rechtszaken, dat die beschuldiging tot in detail met die kinderen wordt gedeeld.

Om die afstand te creëren tot die andere ouder. Bij ernstige zaken van ouderverstoting is altijd sprake van valse beschuldiging. Gelukkig niet altijd van misbruik. Maar er is altijd sprake van valse beschuldigingen en vaak ook van aangiftes.

Maar een leek zou denken: een kind weet zelf of het wel of niet aangeraakt is. Dus als de moeder stelt van ‘ja, maar papa heeft dat gedaan…’ Wat voor conflict komt zo’n kind dan terecht?

Nou, dat ligt ook heel erg aan de leeftijd van kinderen, je ziet wel dat dit soort beschuldigingen vaak bij jonge kinderen gebeuren en het is ook uit onderzoek bekend dat je kinderen tussen de zeven en de twaalf heel gemakkelijk dingen kunt wijsmaken. Kinderen wordt in dat onderzoek zelfs wijsgemaakt dat ze ontvoerd worden door een UFO. En dat wordt verteld door onbekende mensen. Dus je kunt je voorstellen wanneer een ouder je iets vertelt, dan nemen kinderen dat voor waarheid aan. Ze weten daarna ook niet meer, dat vergeten ze heel snel, wat de bron van hun herinnering is. Dus ze gaan op een gegeven moment ook gewoon denken dat dat echt gebeurd is.

Je kan als het ware een verhaal implanteren…

Absoluut. Klopt.

Dat hoort de politie te onderscheiden…

Zeker, er zijn ook speciale kinderverhoorstudio’s. En ook politiemensen speciaal voor opgeleid om die gesprekken die kinderen te voeren. Er zijn ook onderzoeksmethodes voor om te achterhalen of er echt sprake is van misbruik. Vanaf hele jonge kinderen, ik geloof vanaf vier jaar kun je dat betrouwbaar onderzoeken. Je zou dan verwachten dat dat ook gebeurt, maar dat onderzoek gebeurt helaas heel vaak ook niet. Ik vraag me vaak af waarom…

©Egbert Born, Amsterdam

 Dit is het tweede deel van drie delen van ons interview met Monique Meulemans. Het werd op 5 september 2022 gepubliceerd op de website. Deel 1 en deel 3 zijn gepubliceerd op 5 en 9 september 2022.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *