Interview muziekdocent Freddy deel 2

Interview muziekdocent Freddie deel 2: De politie doet niet aan waarheidsvinding

Er was een aangifte, dus op enig moment heeft u iets gehoord van de politie. Hoe ging dat? Werd er aangebeld? Kreeg u een brief?

Een brief. Die brief werd persoonlijk overhandigd. Er kwam letterlijk een politieagent aan de deur. Echt een agent in uniform. En dat ik voor moet komen. Moet even nadenken of dat later was of in het begin. In die brief staat helemaal niets over de aangifte, niets over de omstandigheden. Als ik niets van de school had gehoord, had ik geen idee gehad waar het over ging.

Kwam hij onaangekondigd?

Ja, hij belde gewoon aan en vroeg of hij even mocht binnenkomen. Ze wilden zeker weten dat je die brief krijgt. Hij is hier ongeveer een kwartiertje geweest. Inhoudelijk kon hij niets zeggen. Hij kwam alleen de brief brengen.

In die brief stond een uitnodiging om op het bureau te komen?

Ik ben eerst een keer verhoord, dat was wel redelijk snel, ik dacht eind februari. Twee maanden na de aangifte. 

Daar wil ik even bij stilstaan. Het was in Amsterdam, de zedenpolitie zit bij het hoofdbureau.

Ja, de Marnixstraat.

Kunt u zich nog herinneren hoe u zich voelde toen u daar naartoe ging?

Ja. Ongelooflijk slecht. 

Ik kan me voorstellen dat het door uw hoofd ging: ik ga nu naar een afdeling van de politie waar echt kinderverkrachters, de mensen die helemaal onderaan de maatschappelijke ladder staan, die gaan daar heen. En nu moet ik daar ook heen.

Ja. Precies… Dramatisch… Je komt daar binnen, dan gaan ze foto’s van je maken, vingerafdrukken. Ik dacht, wat krijgen we nou joh, ik heb niks misdaan en kom nou in de molen van een misdadiger. Die iets heel ernstigs heeft misdaan. 

Was u bang dat u herkend zou worden toen u het bureau binnenliep?

Nee. Ik weet nog de gedachte ‘ook al word ik veroordeeld, dan ontken ik het nog, want het is niet waar. Daar bleef ik wel bij. Ik weet dat als je iets gedaan hebt, dan denk je ‘ik word gesnapt’, maar ik had zoiets van ‘nee, ik heb het niet gedaan’.  Maar die mensen bij de zedenpolitie kijken niet naar de waarheid. Ze kijken ‘kunnen wij het rond krijgen dat dat vriendinnetje ook zegt dat het zo is en dat we hem kunnen pakken’.

Dat was namelijk het probleem na dat 1e verhoor op die dag. Mijn advocaat zei dat de kans heel miniem was dat ik moest blijven of vast kwam te zitten. Ik dacht: WAT?

“Toen het eerste verzoek tot seponering was afgewezen zei mijn advocaat: “Ik heb slecht nieuws, ze gaan het doorzetten.” Toen werd ik echt ongelooflijk gestrest. Dat was het ergste moment wat ik me kan herinneren.”

 Was uw advocaat mee naar de zedenpolitie?

Ja, die was bij het verhoor. En omdat de zaak net nog niet helemaal duidelijk was. Ik kon het niet goed plaatsen en vroeg me af ‘welke klas was dat ook alweer?’ Na dat verhoor kwam ik buiten. Eenmaal daar zei mijn advocaat: ‘Het enige lastige is: zij hebben een getuige’. Een steungetuige.  

Het asociale is: ik weet niet wat dat meisje bij haar verhoor heeft gezegd. Ik weet niet wat die getuige had gezegd. Ik wist totaal niets. Dus op dat moment dacht ik ‘ik ben de lul. Zij zijn met zijn tweeën, ‘ik ben alleen’. 

Hoe verliep het verhoor, hoelang duurde dat?

Gek genoeg: niet lang.

Een uur, twee uur?

Veel korter. Twintig minuten. Misschien een kwartier. Dat was verbazingwekkend, dat zei mijn advocaat ook. Ik kreeg allemaal vragen en ik antwoordde overal nee op. Toen kwamen ze met alternatieven ‘kan het niet zo zijn gegaan?’. Ze liepen allemaal dingen te suggereren. Op een gegeven moment, dat vond ik het valse van de politie, zei een van hen: “Ja, maar die vriendin van haar zegt dat ook.” Ik zei: dat kan wel zo zijn, maar het is niet gebeurd. En wat de zedenrechercheur me vertelde was niet waar. Die vriendin had dat niet gezegd. Dat is de valsheid. Op dat moment weet jij nog niet wat de ander heeft gezegd. 

Ze gingen in het verhoor dus al heel snel over naar de aard van de beschuldiging?

Ja. Wat is er gebeurd en wat is er volgens u gebeurd. Dat heb ik toen verteld. En daarna gingen ze je dingen voorleggen uit de aangifte. 

Was de aangifte gedaan door het meisje of door de vader?

Dat is nog mooier. Het meisje was verhoord in het bijzijn van haar vader. Dat mag niet. Maar haar vader had contacten bij de politie. En via iemand die hij daar kende. Hebben ze daar ook nog vriendinnen uit andere klassen bijgesleept. Die ook ooit les van mij hadden gehad. Die werd ook gevraagd: ‘Zat hij weleens aan je?’. De politie en het Openbaar Ministerie waren alleen maar bezig met de vraag: ‘Hoe kunnen we hem pakken?’ Niet om de waarheid op tafel te krijgen, maar ‘laten we er iemand bij slepen die ook maar wat loopt te verzinnen.’

De politie stelt altijd dat zij waarheidsvinding centraal stellen. Hebt u het gevoel dat zij op zoek waren naar de waarheid?

Nee, ze waren absoluut niet op zoek naar de waarheid. Kijk, wat zij doen is: ‘Kunnen wij hem zover krijgen om het toe te geven?’

Wat was uw algemene beeld van politie en justitie voordat dit allemaal begon?

Dat was al niet goed. Ik zie zoveel falen. Ik heb het gevoel ‘het zijn een paar mensen die maar wat doen’. Ze doen maar wat. En dan kan je rechten hebben gestudeerd, maar dat maakt niets uit.

Maar u was niet bepaald een draaideurcrimineel die al een heleboel ervaringen met politie en justitie had…

In de verste verte niet. Ik ben van tevoren nog nooit met ze in aanraking geweest. Maar waar mensen werken, worden gigantische fouten gemaakt. Dus ook daar worden fouten gemaakt. Dat wetboek waar je je aan houdt staat volstrekt los van de realiteit. En niet alleen bij mij, maar heel vaak.

Vond u dat de zedenrechercheurs wel vriendelijk bleven?

Ze waren vriendelijk. Sic. Ze waren vriendelijk. Mijn advocaat had al gezegd: zeg op elke vraag nee. En voor mezelf had ik me voorgenomen: als ik me aan de waarheid houd kan ik alles beantwoorden.

Kunt u nog iets meer uitweiden welke gedachten door u heen gingen toen u naar het politiebureau toe ging?

Ik was volstrekt verdwaasd… Gestrest. Het is een soort film. Die niet waar kan zijn. Ik stond eerst buiten met mijn advocaat nog wat te babbelen. Over wat ik kon verwachten. Ze zei dat het wel de hele dag kon duren. Dus je gaat je echt voelen als een ontzettende crimineel. Ik zei nog, ik heb niks misdaan, wat kom ik hier doen joh?

Was u ook boos?

Daar heb je eigenlijk geen tijd voor. Je kan helemaal niks doen. Je moet het ondergaan. Je kan wel heel boos worden. Maar daar schiet je niets mee op.

Hoeveel tijd zat er tussen de aangifte en het moment dat u zeker wist: er komt vervolging en een rechtszaak? Hoelang duurde dat?

Dat heeft zeker anderhalf jaar geduurd. Want in principe gingen politie en het openbaar ministerie ermee door, wilden ze niet seponeren. Wij hebben ook de vraag gesteld tussendoor ‘is dat onderzoek nou een keer afgerond?’ Toen het was afgerond, kwam de vraag ‘Nou, en nu?’. Nou, er gebeurde niks.

Mijn advocaat heeft toen gezegd, ‘ik wil de locatie zelf even bekijken’. Dat vond de politie ‘nergens voor nodig’. Wij hadden iets ‘hoezo’ nergens voor nodig? Dat bepalen wij toch zelf wel of dat nodig is? Nou, dat mocht niet of in ieder geval zeiden ze’ daar doen we niets mee’. Gek genoeg bleek een paar dagen later dat ze zelf op onderzoek op de locatie gingen. Om te fotograferen. 

Joost mag weten waarom. Daarna stond het gewoon weer stil. We hebben nog een keer een verzoek gedaan. Mijn advocaat heeft alle verhoren opgevraagd. Het ‘grappige’ is; van de zes verhoren die zijn gedaan is er maar 1 opgenomen. De rest is niet opgenomen. Dat mag niet. Het is verplicht een auditieve registratie van het verhoor te doen. Van allemaal.

Toen we vroegen waarom zei de zedenpolitie: “We hadden geen opnameapparaat bij de hand. We konden dat even niet vinden”. Een ander zei dat de batterij leeg was. Ik denk dan: wat boeit mij dat, dat je batterij leeg is? Jij moet dat opnemen. Niet gebeurd.

Dus u moest maar aannemen dat wat ze op papier hadden staan waar is?

Dat kon gewoon de prullenbak in. Ze hadden helemaal geen bewijs.

U noemde het woord ‘seponeren’ een aantal keren. Wat is een sepot? Ik denk dat veel mensen dat niet precies weten.

Seponeren is als de Officier van Justitie naar de zaak kijkt en denkt van ‘is er voldoende bewijs om deze man veroordeeld te krijgen?’ Als er onvoldoende bewijs is kan hij het seponeren en komt het niet voor de rechter. 

Mijn angst zat in de gedachte ‘hoe kan het dat je als officier van justitie geen bewijzen hebt en ook veel verhoren niet zijn opgenomen?’ Dat je dan toch doorzet? Wat weet jij dan wat ik niet weet?

Daar maakte u zich zorgen over?

Ja. Waar ga jij mee komen dan? Hou jij iets voor mij achter? Dat ik straks daar zit en veroordeeld wordt voor iets. Terwijl er geen bewijs is. Dat kan niet!

Dus dat angstbeeld maakte u extra onzeker?

Dat maakt je onzeker, want wat je op papier ziet, denk je, dit kan niet tot een zaak leiden.

Wanneer drong het besef tot u door ‘dit is een echte beschuldiging’? Ik kan me voorstellen dat het eerst zo vreemd en onwerkelijk is, omdat het om iets gaat wat niet gebeurd is.

Ten eerste hoor je dat er aangifte is gedaan. Dan ligt het al bij de politie. Dus dan denk je al dit wordt serious business. Dat schud je niet van je af. Dat gooien ze echt niet weg. Maar dan moet je op een gegeven moment naar het politiebureau toe. Dan gaan ze een foto van je nemen, vingerafdrukken en zo. Dan word je verhoord en willen ze weten ‘wat is jouw kant van het verhaal?’.

Dan denk je ‘nu weten ze mijn kant van het verhaal’. Maar toen het eerste verzoek tot seponering was afgewezen zei mijn advocaat: “Ik heb slecht nieuws, ze gaan het doorzetten.” Toen werd ik echt ongelooflijk gestrest. Dat was het ergste moment wat ik me kan herinneren.

Hoe lang was dat na het verhoor?

Ik weet dat niet meer precies, ik denk een paar maanden. Mijn advocaat zelf zei: “Ik krijg er een knoop van in mijn maag.”  Ik schrok me kapot, dat had ik nooit verwacht.

Zij schrok?

De advocaat! “Dit kan echt niet” zei ze, “Er is geen bewijs. Hoe kan het dat ze dit doorzetten?” Dat was het moment dat ik dacht ‘dit gaat fout, dit gaat niet de goede kant op’. Omdat je dan denkt: als ze niet gaan seponeren, dan zijn ze wel heel erg zeker van hun zaak, dan kan het wel eens verkeerd af gaan lopen.

Weet u of alle zedenadvocaten die geluidsbestanden van de aangiftes afluisteren?

Dat weet ik niet. Maar als je weet dat iets een zaak wordt, moet je je erin verdiepen. En toen we die verslagen op papier lazen zagen we: als je dit ziet moet je seponeren. Want: ten eerste, die vriendin zei dat ze niet gehoord had dat ik gezegd had wat dat meisje beweerde. Ze zei ook dat ze niet had gezien dat ik haar vriendin expres had aangeraakt. En zij werd opgevoerd als getuige. Door haar zou het een rechtszaak moeten worden. 

En toch zetten ze door. In datzelfde verhoor staat dat haar gevraagd wordt ‘en de andere mensen in de klas dan? Waarop ze antwoordde: ‘Nee, niemand heeft het meegekregen.’ Pardon? Er zit een klas met 26 leerlingen. Het gekke was, ze hebben nooit iemand gehoord van die andere leerlingen.

 © Egbert Born, september 2022, Amsterdam.

Dit is het 2e deel van het interview met muziekdocent Freddie. Het werd gepubliceerd op 13 oktober 2022. In de komende week verschijnen de delen 3 en 4 op de website van Platform Potifar. 

Bent u ook vals beschuldigd en wilt u er over vertellen? Stuur dan een mail naar [email protected]. Bellen mag ook, zie de contactpagina. Wij luisteren wel naar u. U bent het niet alleen.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *