Interview zedenadvocaat Bart Swier deel 1

Interview zedenadvocaat Bart Swier. Deel I: De overblijfmeester

De aanleiding voor dit interview is een rechtszaak over de “overblijfmeester”: daar stond een artikel over de vrijspraak in het Algemeen Dagblad. Zou u in een paar zinnen kunnen schetsen waar die zaak over ging?”

Die gaat over een jongeman van een jaar of 21. Die werkt als pedagogisch medewerker. In dat kader de tussenschoolse en naschoolse opvang begeleid. Kinderen begeleiden tijdens wat ik maar even noem het speelkwartier. Op een basisschool in Utrecht. Het is ook een goede voetballer. Hij begeleidt met name jongens tijdens de tussenschoolse opvang als ze aan het voetballen en sporten zijn. En het doen van spelletjes.

Ok, dat is helder. En wat gebeurde er toen?

Inmiddels alweer ruim drie jaar geleden werd hij beschuldigd van het seksueel betasten van een 11-jarig meisje. Dat zou hij dan hebben gedaan, terwijl hij aan het masseren was, terwijl zij op de schommel zat. Tijdens het speelkwartier. Dat zou hij dan kennelijk gedaan hebben met tachtig kinderen daar omheen cirkelend, spelend. En zes leerkrachten die daar standaard aanwezig zijn.

Dat was toen eigenlijk een hele rare beschuldiging en dat vond die school toen zelf ook. Ze hebben dat meisje toen gehoord, haar verhaal. Die heeft haar verhaal aan verschillende leerkrachten verteld en dat was iedere keer een ander verhaal. Dus die school had ook zoiets van… Er waren ook wel problemen rond dat meisje. Ze heeft uiteindelijk wel aangifte gedaan, althans die ouders hebben aangifte gedaan. Dan moet daar iets mee gebeuren.

Mijn cliënt is daar toen over verhoord. Hij werd wel gelijk geschorst uit zijn werkzaamheden. Dat is vrij standaard.

Was u direct zijn advocaat?

Ja. De school, of beter gezegd de kinderopvang dat die BSO(Buitenschoolse Opvang) verzorgt heeft mij aangezocht om hem bij te staan. Dat verhoor bij de zedenrechercheurs was redelijk snel klaar, die rechercheur vond het een zaak van niks. Dat bleek vrij direct, hij kon ook op een aantal punten aantonen dat dat meisje op een aantal punten aantoonbaar had gelogen. Er werd gezegd dat hij dat meisje aan het achtervolgen was. Hij stond bekend als een goede voetballer.

Zij vond het eigenlijk wel een interessante meester. Ze wilde hem ook volgen op Instagram. Hij had zoiets ‘dat is allemaal privé, dat doe ik niet’. Toen heeft hij ook aan de politie laten zien: de dag dat dat meisje voor het eerst nare dingen over hem heeft verteld op school, diezelfde middag heeft ze hem nog een volgverzoek gestuurd op Instagram.

Als ik het samenvat is het duidelijk: er was eerst een beschuldiging, waarvan ook de politie vond dat die op drijfzand leek te zijn gebaseerd. En toen is er later een seponering uitgesproken?

Nou, ik dacht dat het heel snel geseponeerd zou worden, maar de officier van justitie dacht daar anders over. Die wilde nog getuigen horen. Toen is dat meisje zelf als getuige gehoord. En een vriendin is als getuige gehoord.

Was dat bij de politie of bij de rechter-commissaris van de rechtbank?

Bij de rechter commissaris. Dat is dan wel bij de politie in een kindvriendelijke studio. Maar wel onder de regie van de rechter-commissaris. Dus die zit daar bij, de officier van justitie zit daarbij. En ik als advocaat zit daarbij. En toen bleef er al niks meer heel van dat verhaal van dat meisje. Hij had haar niet meer aan haar borsten betast, hij had haar niet meer geknuffeld, hij had haar niet meer gemasseerd.

Oh?

Maar hij zou allemaal rare dingen tegen haar hebben gezegd. Nou, toen dacht ik ‘dit is nu zo wel duidelijk, dit is klaar’. Want dat andere meisje wat alles gezien zou hebben heeft daar ook verklaard “ik heb nog nooit gezien dat hij haar heeft aangeraakt.” Dan denk je ‘die zaak is helemaal klaar!’.

Ja.

Maar toen kreeg ik tot mijn verbijstering, kreeg ik na drie maanden lang aandringen dan eindelijk, en dit vind ik wel een bijzonder detail, om vijf over elf op zaterdagavond een e-mail van die officier dat hij de zedenzaak seponeerde maar een beleidssepot oplegde voor het vergrijp ‘dwang’.

Wat is een beleidssepot?

Een beleidssepot houdt in: je hebt sepotcodes, bij code 01 ben je ten onrechte als verdachte aangemerkt. Je hebt ook sepotcode 02, dat is de bekendste: ‘onvoldoende bewijs’. Je hebt ook heel veel andere redenen en codes om een zaak te seponeren, bijvoorbeeld als een verdachte al fors in andere belangen is geschaad door de strafvervolging. Dan ben je wel ‘schuldig’, maar er is geen opportuniteitsbelang meer voor het OM(Openbaar Ministerie) om te vervolgen.

Het probleem van deze beleidsseponering was levensgroot; want met zo’n beleidssepot heb je wel een strafblad. Kort daarna had mijn cliënt weer een VOG(Verklaring Omtrent Gedrag) nodig voor zijn werk. En die VOG werd hem geweigerd door het ministerie van Justitie op basis van dat beleidssepot. Op basis van het strafblad wat hij toen opeens had.

Wilde hij terug naar dezelfde school?

Nou, kijk, hij werkte voor die kinderopvangorganisatie. En daar wilde hij weer voor werken. Niet per se naar diezelfde school. Maar die opvangorganisatie zendt zijn werknemers uit naar verschillende scholen. Hij was daarvoor opgeleid en deed dat ook met plezier. Dit was op zich wel een zwarte pagina, maar het werk an sich en het werken met kinderen deed hij met ontzettend veel plezier.

Nu las ik in een ander AD artikel: dat voordat dat beleidssepot werd opgelegd er al zeventien maanden waren verstreken sinds de beschuldiging.

Ik denk het wel ja.

Dat is toch ontstellend lang?

Ja. Ja, dat is het zeker. Ik bedoel, ik weet haast niet beter dat zedenzaken langdurig zijn. Voor mij is het niet lang, maar voor degene die ermee geconfronteerd wordt, de verdachte is het buitengewoon lang.

Enkele jaren geleden is de motie Klaver geweest. Jesse Klaver van Groen Links heeft toen in de Tweede Kamer een motie ingediend om 15 miljoen euro extra voor de zedenpolitie in te zetten om de capaciteit uit te breiden. Desondanks, het aantal zedenzaken wat wordt aangemeld neemt ook toe.
Hoe verhoudt zich dat tot elkaar? Soms komt het op mij over dat de mensen die in het rechtssysteem functioneren dat die het zicht kwijt zijn op wat het betekent voor wie dat overkomt.

Hoe bedoelt u dat precies?

Dat wachten, dat dat slopend is…

Oh ja, dat hoor ik bijna dagelijks van cliënten. Die verwikkeld zijn geraakt in een strafzaak. Dat geldt natuurlijk niet alleen voor het politietraject, dit geldt met name denk ik ook voor de plaatsing bij de rechtbank, dat je maanden en maanden moet wachten voor je een getuige kunt horen bij de rechter commissaris en dan nog eens weet ik hoelang voor je zaak bij de rechter komt.

Ja. De zaak waar u over vertelt is wel een unieke zaak, want uw cliënt, de overblijfmeester heeft zelf vervolging geëist.

Ja. Wat je kunt doen is de hoofdofficier vragen om een andere sepotcode. Dat is een pad wat je als eerste moet bewandelen. Dus dat heb ik eerst ook gedaan. Daar kreeg ik een bizarre afwijzing, waar de hoofdofficier er nog een schepje bovenop deed. Met een onzinverhaal dat de overblijfmeester zich fysiek en verbaal aan dat meisje zou hebben opgedrongen. En haar daarmee in haar vrijheid zou hebben beperkt. Dat is ook waar het misdrijf dwang op neerkomt.

Dat sloeg helemaal nergens op. En daarna heb ik het gerechtshof gevraagd, hij had de toegang tot de rechter nodig. Hoe krijg je dat? Door aan het hof te vragen om de officier van justitie te bevelen om mijn cliënt te dagvaarden.

Een zogeheten artikel 12 klaagschriftprocedure?

Exact. Het is uitzonderlijk dat je vraagt om vervolging van je eigen cliënt natuurlijk.

Hoe uitzonderlijk is dat?

Buitengewoon uitzonderlijk. Dat gebeurt bijna nooit. Het kan wel, ik had dat uitgezocht dat het kon. Je moet een concreet en duidelijk belang hebben om belanghebbende te zijn. Doorgaans ben je dat niet als verdachte. Maar de zaak was eerst beoordeeld door de Advocaat-generaal van het gerechtshof in Arnhem. Die zei: “Ik zie geen bewijs tegen die meneer.” Het levert hem wel een strafblad op. Dus heeft hij er belang bij dat hij wordt gedagvaard zodat zijn zaak door de rechter wordt beoordeeld.

Dat advies nam de advocaat-generaal op de zitting over bij het hof in Arnhem. En toen heeft de voorzitter van het hof direct die vervolging bevolen.

Toen waren we twee jaar verder. Vervolgens wilde de officier van justitie van de rechtbank tot mijn verbazing weer twee nieuwe getuigen horen. Die hij de twee jaar daarvoor nooit had willen horen. Dat vond die rechter-commissaris tot mijn verbazing goed. Dus dan ben je weer een half jaar verder. Dan krijg je twee getuigen, die zich niets meer kunnen herinneren. Dus dat was weer een totaal zinloze exercitie.

Daarna was de officier van justitie gedwongen om te dagvaarden. Volkomen logisch oordeelde de rechtbank dat hij moest worden vrijgesproken en dat er helemaal geen bewijs was. Er was geen enkel bewijs dat hij zich fysiek of verbaal aan dat meisje had opgedrongen aan dat meisje. Flauwekul.

Als je vrijgesproken wordt, daar zitten 2 aspecten aan: meestal zegt een rechter niet: u hebt het niet gedaan. Er wordt alleen vastgesteld dat het niet bewezen kan worden. Daarom vond ik het wel speciaal te lezen dat u toch die zaak bij de rechtbank had gevraagd. Welk nut heeft dat dan? Dat zat hem erin dat beleidssepot van tafel te krijgen?

Ja.

Het tweede element: ook bij vrijspraak komt die in het justitieel register te staan. Weliswaar met de vrijspraak…

Ja, het is op die manier te raadplegen ja.

Ik heb dat recent getest op de webpagina van deze organisatie. Als je daar een VOG aan wilt vragen en je vult in ‘ik ben voor de rechtbank geweest voor een zedendelict. Ik ben vrijgesproken. Dan is het resultaat dat er toch op die website als uitslag komt dat je voor een aantal beroepsgroepen een verlaagde kans op een Verklaring Omtrent Gedrag hebt.

Een VOG mag nooit worden geweigerd op basis van een zaak waar vrijspraak is gevolgd.

Daarna heb ik ook nog gebeld naar de servicelijn van dat justitieel register. Die mevrouw was zelf weliswaar geen jurist, maar wel iemand die je aan de telefoon krijgt die daar werkt. Bij die instantie. Haar antwoord was: “Ja, je bent niet veroordeeld, maar dat betekent niet dat je niet meer verdacht bent.” Dat vond ik een heel opmerkelijke uitspraak.

Ja, dat is in strijd met de wet. Je kunt per definitie niet iemand een VOG weigeren na een vrijspraak.

Hoe gaat het nu met hem? Heeft u daarna, na de vrijspraak nog contact met hem gehad?

Zeker, gister nog. Tot mijn verbijstering. Het heeft alles te maken met een officier van justitie die de weg he-le-maal is kwijtgeraakt. Die heeft hoger beroep ingesteld tegen die vrijspraak.

Echt?

Ja. Terwijl hij op zitting in de strafeis een schuldigverklaring zonder strafoplegging eiste. Dus zo belangrijk vind hij de zaak niet.

Waarom wil hij dat hoger beroep dan toch doorzetten?

Nou, omdat hij zijn ongelijk niet wil toegeven. Ik kan niks anders bedenken. Op de een of andere manier voelt die man zich kennelijk gekrenkt of zo. In zijn trots. Rationele overwegingen kunnen het niet zijn.

Dit is zo’n bizarre ontwikkeling dat hij hoger beroep instelt, wetende dat de twee advocaten-generaal bij het gerechtshof, die daar de aanklagers zijn al gezegd hebben ‘er is geen zaak.’ Dat hetzelfde gerechtshof de rechters al hebben geoordeeld ‘er is geen zaak’. Dus het is het meest kansloze hoger beroep ooit-ever-ooit ingesteld.

Maar de overblijfmeester zit wel opnieuw in onzekerheid.

Inderdaad. Dat is het vervelende. Het is nog steeds niet klaar voor mijn cliënt.

Wow, dit is wel een onverwachte ontwikkeling. Jeetje, daar schrik ik gewoon van.

Na drie en een half jaar is het nog-steeds-niet-klaar… Dat vreet aan hem.

© Interview door Egbert Born

Dit is het eerste deel van 3 delen van een lang interview wat Platform Potifar had met strafrecht/zedenadvocaat Bart Swier. Het eerste deel is gepubliceerd op woensdag 14 december. Deel 2 en deel 3 worden gepubliceerd op donderdag 15 en vrijdag 16 december.

0 antwoorden

Plaats een Reactie

Meepraten?
Draag gerust bij!

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *